Woensdag 28 juni
Rond een uur of drie meren we af in de Waddenhaven van den Oever. Dinsdagavond zijn we ingescheept nadat we op maandag en dinsdag bij 3 begrafenissen zijn geweest, 3 leeftijdgenoten waar we een nauwe band mee hadden. Niet leuk als je vrienden-leeftijdgenoten om je heen dood gaan maar het schijnt bij de levensfase te horen.
Dinsdagmiddag nog Sam opgehaald bij Sietske en daarna door naar Warns. Alle meuk en barang voor 4 weken gestouwd en vanochtend, na de regenbui losgegooid. Bij Sirag nog 20 L blauwe diesel gebunkerd en om 11.00 voeren we de sluis uit, voor de 12 nM naar den Oever.
Geheel bezeild en pas binnen de havendammen strijken we zeil en maken vast aan de steiger voor de sluis, we zijn net te laat voor de schutting. Direct na ons varen 2 grote driemasters de kom in. Ja, die mogen natuurlijk eerst, want zij zijn groot en wij zijn klein. Als de sluis opent varen eerst de Willem Barentz en de Stedemaeght in en daarna mogen wij, naast hen helemaal naar voren.
Zodoende varen we even later als eerste de sluis weer uit, Sam vindt het geweldig.
De Afsluitdijkbrug wordt vlot gedraaid en rond een uur of drie kiezen we een ligplaats in de Waddenhaven, nette box met kop in de wind.
Naast ons ligt de Kleine Johannes en als ik met de schipper een praatje maakt blijkt hij de schoonvader van Lars, de eigenaar van de Breehorn werf, te zijn. Aardige man.
Tegenover ons aan de steiger meert de “Dorestad 1” af, de Viking boot uit Wijk bij Duurstede. We hebben een leuk gesprek met de mensen aan boord. Even later komt iemand van de platbakkenclub vertellen dat ze ergens anders moeten gaan liggen want hier komen vanavond nog 24 klassieke schepen die morgen naar Sail den Helder moeten. Daar moet de Dorestad ook naar toe. Maar ze laten zich omlullen en vertrekken. Brutalen hebben de halve wereld.