Zondag 24 juli en maandag 25 juli
Cuxhaven naar Lauwersoog, 115nM.
Tocht voorbereiding is een belangrijk onderdeel van het zeilersleven, althans als je een tocht van langer dan een halve dag wilt maken. Één weerbericht is géén weerbericht dus we checken gribfiles van Weather Track en Igrib. Daarnaast de algemene weerberichten van Weerplaze en Buienradar. Alle weerberichten gaan in principe uit van dezelfde basisgegevens maar mede afhankelijk van de beoogde doelgroep worden bijvoorbeeld voor de windsterkte, maximale waardes, gemiddelde waardes of minimaal te verwachten waardes gepresenteerd. Ook de modellen waarin die gegevens verwerkt worden kunnen verschillen wat ook weer een andere prognose oplevert. Er zijn ook programmaatjes waarin je meerdere modellen naast elkaar kunt bekijken maar dan raakt een simpele ziel als ik de weg volledig kwijt. Over het algemeen kun je stellen dat hoe meer de verschillende berichten het met elkaar eens zijn hoe betrouwbaarder de prognose, hoe constanter het weerbeeld over een paar dagen hoe betrouwbaarder de langere termijn voorspelling.
Als voorbereiding maak ik een route in Navionics op de tablet. Geeft inzicht in waar je langs moet, afstanden, vaarrichtingen en uitwijk mogelijkheden. De weersvoorspellingen zijn het redelijk eens dat we voor zondag en maandag wind tussen de 10-15 kn kunnen verwachten, eerst zuidoost, later draaiend zuid en op maandagmiddag draaiend naar west en dan wordt het 20 knopen.
In Cuxhaven gaat de ebstroom lopen om 11.45, dus we plannen vertrek om 10.45. Een uurtje kentering en dan stroom mee.
Bij Schiermonnikoog gaat maandag de vloed in het Westgat lopen om ca. 13.00, dan willen we op zijn laatst bij de aanloopton van het Westgat zijn om met de vloedstroom mee naar binnen te gaan, eventuele hardere westelijke wind is dan alleen nog in ons voordeel.
Vervolgens maak ik (voor deze tocht) een lijst van uur tot uur waarin ik de windverwachting zet, probeer in te schatten hoever je van uur tot uur kan komen, waar je dan bent. Met de gemaakte inschattingen lijkt het mogelijk om rond 13.00 bij het Westgat te zijn, ik heb nu een lijst waar van uur tot uur op staat hoeveel afstand we op dat uur afgelegd moeten hebben. Lopen we achter dan moet de motor bij, lopen we voor dan kunnen we rustig aan doen. Overigens zien we van te voren al dat er momenten met heel weinig wind zullen zijn waar zowiezo gemotord moet worden.
En als we het niet halen, wat dan? Uitwijkmogelijkheden onderweg zijn Norderney, kan bij daglicht aangelopen worden en Borkum/Burkana, kan ook bij nacht aangelopen worden. Met name als de harde Westenwind te vroeg komt wordt Borkum een “vluchthaven”.
Voor ons gevoel goed voorbereid gooien we om 10.30, zoals vooraf gepland wordt het zeil gehesen tussen box en uitgang haven, in de voorhaven de stootwillen en landvasten opgeruimd en dan de Elbe op. Heel wat rustiger en ontspannener als gister de haven in.
Er loopt nog geen stroom, de wind is een knoop of 8 van achter dus we houden nog even de motor bij. Netjes, maar bij veel Nederlandse zeilers ongebruikelijk, hangen we de kegel in het achterstag ten teken dat we behalve zeil, ook de motor bij hebben. Dat is van invloed op onze rechten en plichten volgens het BPR.
Als een uurtje later de wind toeneemt kunnen de motor uit en de kegel weg. We zijn bepaald niet de enigen die dit weergaatje willen gebruiken. Op de steiger sprak ik al enkele Nederlanders die gingen en nu zien we voor ons uit een armada aan zeilschepen de Elbe uitgaan. Niet alle zeilboten blijken te beseffen dat je als plezierjachtje niet midden op de Elbe moet varen. Een “grote jongen” legt dat mbv een toetersignaal duidelijk uit. Wij houden netjes de buitenzijde van de groene tonnenrij aan.
Wind, zon en een kalm zeetje, hoe mooi kan het zeilersleven zijn
Een armada zeilbootjes gaat ons voor op de Elbe
Het zonnetje schijnt, glinstert in de bescheiden golven en rimpelingen in het water, ons scheepje snijdt soepel en prachtig door het water, de koffie is nog vers ……. het zeilersleven kan mooi zijn. Zo wil je wel de wereld rond en is een oversteek van 2 dagen louter ontspanning en genieten. Later op de dag worden we er aan herinnerd dat het zeilersleven ook andere gevoelservaringen kent.
In de middag neemt de wind af onder de 8kn en op bewegend water zakt de snelheid dan onder de 2-3kn, dan wordt het een oversteek van een week, dus de motor gaat bij om de snelheid op minimaal 4 kn te houden. Voorlopig hebben we de stroom van 1-1,5 kn mee en dat helpt. De ebstroom loopt op dit stuk ca. 5 uur, de vloedstroom die we tegen hebben loopt 8 uur. Zo komen we de middag door met een zonnetje, matige wind, soms alleen zeil maar vaker toch de motor zachtjes bij. En eigenlijk, zo op het water onderweg zijn daar geniet ik van, ook als die motor een beetje moet helpen, het mooiste blijft natuurlijk als het met alleen zeil lukt.
Tijdens het passeren van het ankergebied wordt het diner geserveerd. Margaretha geniet van een overheerlijke GoodNoodle
Tegen 18.00 passeren we een ankergebied boven Wangeroog, soms staat er bemanning aan dek en die zwaaien vriendelijk terug. Geen idee wat voor gedachten die mannen, vaak Filipijnen, daarbij hebben. Begin van de avond komt er aanzienlijk meer beweging in het water, de wind komt van alle kanten, de windex in de top van de mast draait af en toe rondjes, de voortgang moet vooral van de diesel komen. We realiseren ons dat we aanzienlijk meer motoren dan op de oversteek van Sylt naar Thyboron. Dat kost een hoop diesel, hoeveel precies? We hebben in Rendsburg de tank volgegooid maar sindsdien op het NOK en naar Cuxhaven toch ook wel een 8 uur gemotord. Hebben we wel genoeg diesel om de rest van de route te motoren? Als dat nodig is? Jur duikt in de bilge om de actuele voorraad te peilen. Nog 21 liter, plus 10 in de jerrycan. Die 20 liter is geen zekerheid om indien nodig tot Lauwersoog te kunnen motoren, als je de tank leegvaart tot de motor stopt moet je ontluchten, geen pretje op zee, dus Jur duikt in de bakskist om de reserve jerrycan uit te graven. Want: wij gebruiken de bakskist heel efficiënt, die zit heel vol en dingen die je zelden nodig hebt zoals reservediesel die zitten onderin. Al varend leegt Jur de jerrycan in de tank en ruimt daarna alles weer netjes op in de bakskist.
Nu is het een ijzeren wet dat als je zeeziektegevoelig bent je niet op een bewegend schip met je kop in bilges en bakskisten moet duiken maar dat je moet sturen en naar de horizon moet kijken. En die wet blijkt alweer te kloppen. Met het zweet op mijn rug, voel ik de beroerdigheid opkomen en zeg tegen Margaretha dat ik even alleen nog stuur want beroerd. Twee Primatourtjes moeten deze therapie ondersteunen, en door pillen en liefdevolle zorg van Margaretha verdwijnt langzaamaan de beroerdigheid. Ook het dieet wordt aangepast, geen koffie en brood met worst maar gemberthee en droge kaakjes. Leuk hoor, dat zeilen, maar ja, dat hoort er voor mij gewoon bij en je moet keuzes maken. En mijn keus is dat af en toe die beroerdigheid niet opweegt tegen alle plezier in het zeilen. Bovendien, Margaretha is nooit zeeziek dus die kan het schip uitstekend gaande houden als ik effe wat minder ben.
Zonsondergang
Zo gaan we de nacht in, en verandert de navigatie aanzienlijk. De plotter geeft een kleurarm nachtscherm, wat lastiger te interpreteren is. Gewoon de koerslijn blijven volgen is geen probleem. Margaretha oefent in het herkennen van alle lichten. Dat schip daar toont een rood licht, dus vaart een kruisende koers met ons, even kijken op de AIS wat de passeerafstand is. Dat klopt dan meestal wel, alleen bij vissers en surveyors klopt het nooit. Ook deze onderzoeksboot vaart een eindje de ene kant op, dan weer een stukje de andere kant etc. We hebben een wachtsysteem met 3 uur op en 3 uur af. Zeker snachts moet je af en toe een uurtje slaap pakken.
Als Jur slaapt kan Margaretha nog een eind zeilen met de kluiver bij en motor uit.
Rond middernacht komen we in de buurt van Borkum, er is geen maan, veel bewolking en het is stikdonker. Tussen Borkum en het windmolen park zien we een rij witte lichten. Een enkel,wit licht knippert en is te duiden als een kardinaal, maar ik tel meer dan 20 vaste witte lichten waarvan ik geen idee heb wat dat zou kunnen zijn. Noord van ons een windmolenpark met een orgie van knipperende en vaste witte en rode lampjes, Borkum is te herkennen zuid van ons met tussen Borkum en ons gronden waar je weg moet blijven. Na Borkum kruis je de Eems, met alle invaart en uitvaart die daarbij hoort, en heb je op die kruising een veelheid aan rode knipper, groene knipper en witte knipperlichten. Ik denk zo’n beetje de grootste tondichtheid per vierkante km op de Noordzee. En dan daarbij al die vaste niet identificeerbare witte lichten. Afstand schatten tot zo’n licht is erg lastig maar ineens zie ik dichtbij 2 stellen van enkele vaste witte lichten, ik schijn met de Maclite maar dat levert niks op. Als ik gepasseerd ben zie ik de lichten verdwijnen. Vermoedelijk sportvissers met “werklicht” en geen zichtbare navigatie verlichting. Vissers, dat kan natuurlijk, veel vast wit licht waardoor navigatieverlichting niet meer terug te vinden is.
Margaretha gaat te kooi en ik houd de wacht. De motor staat bij en de koers is goed bezeild met fok en grootzeil bij. Dan ineens neemt de wind toe en begint te draaien, draait door tot West, recht tegen. Dat is balen. Hier in deze onduidelijke donkere situatie is geen pretje, de rest van de weg tegen een harde westenwind in motoren eigenlijk geen optie. In mijn eentje in het donker ga ik ook dat grootzeil niet strijken, ik besluit dan maar te gaan kruisen, motor bij voor de hoogte en korte slagen niet te ver van de koerslijn af om niet in de knoop te komen met windmolen park en gronden van Borkum. Margaretha is aan dek gekomen en we halen de kluiver weg. Zo gaan we verder, kruisend. Als die wind zo blijft gaan we over een paar mijl naar het zuiden, de Eems op en naar De Burkana haven op Borkum, de route zit al in de plotter. Maar de wind neemt weer af, draait een beetje zodat de mogelijke vaarrichting steeds dichter bij de koerslijn komt en we besluiten door te gaan voor Lauwersoog.
De gele lijn is onze track boven Borkum. Duidelijk te zien de slingertjes waar we even een paar kleine slagen moesten kruisen. Ook vandaar vooruit kijkend het aantal boeien, allemaal met rood, groen of wit licht, wat je in het donker ziet. Zonder goed afstanden te kunnen zien.
Voorbij de Eems begint het weer iets licht te worden. Veel vaste witte lichten blijken inderdaad vissersboten te zijn op heel verschillende afstand maar in het donker leek het net of ze op een rijtje voor Borkum lagen. Alles onzekerheden lijken te verdwijnen, de rust keert terug en genietend van de dageraad op zee vervolgen we onze route, motor bij en de koers met fok en grootzeil is zo net bezeild.
Dageraad boven Rottum
Ik check nog een keer de dieselvoorraad en die lijkt ruim voldoende voor Lauwersoog. In de ochtend snijden we een bochtje af over de Plaatgronden.
Als we het Westgat indraaien neemt de wind toe draait ook naar het westen. Na een paar bochten in de geul is het verder bezeild en met 15-20kn wind zeilen we met gemak de 1 kn tegenstroom er uit. De laatste 10 mijl kan de motor uit en is het prachtig aan de wind zeilen met fok en grootzeil. Het laatste stukje naar Lauwersoog zelfs ruim bezeild.
Zeer tevreden knopen we rond 13.00 Parel vast in een box in Lauwersoog. Opruimen en dan een gebakken visje in het havenrestaurant, daarna te kooi en oogjes toe.
Gevaren route van Cuxhaven naar Lauwersoog