Zondag 23-6-24
Juist
Om 10 uur voor en achter. Er is erg weinig wind maar hebben hele stukken stroom mee. Vanuit Port Henry moeten we bakboord uit de Fischerbalje in maar als we in de havenuitgang zijn komt er net een snelle veerboot aanstormen. Even links in de geul heeft geen zin want kort voorbij Port Henry moet de veerboot links af de veerhaven in, dan maar maar even volgas er voorlangs naar de stuurboordzijde van de geul. De wind varieert van 5-7kn maar met 3 kn vloedstroom mee maken we toch nog een 3,5kn voortgang over de grond. Lekker in het zonnetje lui windje, kopje koffie er bij en met de drie North Beaches drijven we soepel naar het wantij toe.
In Duitsland hebben ze nog de “prikken”, berkenstammen met nog wat takjes boven in. Losse, openstaande takken zijn een “rode” vaarwegmarkering en als de takken bij elkaar gebonden zijn, of de top van het boompje is er op zijn kop aan vastgemaakt is het spitse “groene” vaarwegmarkering. Aan het begin van de prikkenroute staat en dubbele prik. In Nederland is RWS inmiddels helemaal overgegaan op betonning en kom je de prikken niet meer tegen.
Eenmaal bij het wantij aangekomen houdt de stroming op, staat daarna zelfs licht tegen waardoor de vaart er uit is. Alleen op zeil komen we niet verder dan 1-2 knoopjes en op Parel besluiten we dan al snel de motor bij te zetten. Voor ons zit nog een Nederlandse Lemmeraak en een Nederlandse Grundel. De aak zet ook de motor bij, de Grundel blijft dobberen op zeil. Ook Kuum probeert alles op zeil te doen, Windroos doet ook een klapje van de schroef er bij. Via de Hornsbalje komen we in het Evermannsgat en gaan nu Noordwaarts naar de Voorentief. Hier gaan we Oostwaarts het Memmertsbalje in. Nu weer stroom mee maar de motor blijft een tandje bij staan om toch nog 3,5kn voortgang te kunnen houden. Het wantij bij Juist wacht niet op windloze zeilers. Na een uurtje rustig dobberen komen we bij het Juister Wattfahrwasser, een ondiep, kronkelig geultje met sommige stukken tegen de wind (die er al bijna niet meer is) in.
Dus we strijken de zeilen en motoren samen met Windroos over het wantij en daarna door de Juister Zufahrt naar de haven. Een kleine haven, waar met eb al het water verdwijnt, met een 30tal passantenplekken. Rond 14.00 maken we vast in een lege box. Ook Kuum heeft de ongelijke strijd wegens gebrek aan wind op moeten geven en komt een uurtje later ook binnen op de motor.
Maandag 24-6-24
We blijven een dagje liggen. Margaretha is vroeg op en wordt beloond met een gave ontmoeting met spelende hazen, fazanten en een ree (het lijkt wel of ik in het paradijs loop). Vlak bij de haven met Sam los naast haar, maar die heeft geen interesse voor hazen en fazanten, voor reeën is ze gewoon bang.
Juist is het smalste waddeneiland, 500m. En ook het langste, 16km. Een beetje uit verhouding. De veerboot kan alleen met hoog water bij het eiland komen wat slecht is voor de bezoekersaantallen. Het zijn dan ook vooral bejaarde toeristen die je hier ziet. Wel zijn er snelle kleine watertaxi’s die gasten overzetten. S-Ochtends doen we wat boodschapjes en s-middags maken we een tocht met de vouwfietsjes naar de westpunt van het eiland. Daar is een horeca dus denk je gelijk aan zoiets als het Posthuys op Vlieland. Maar dat viel wat tegen, geen ijs en geen appeltaart, zelfs helemaal geen gebak voor bij de koffie. Ongezellige boel daar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten