Kraksoy

Kraksoy
Parel bij Kraksoy, Noorwegen

dinsdag 17 september 2019

Vertrek uit Warns naar Terschelling

Nat grauw en weinig wind bij het passeren van Stavoren
Maandag 16 september 2019
Wat een heerlijk maandagochtend gevoel!
Om 06.00 gaat de wekker af, het is nog stikdonker. Gauw in de kleren, Joosje moet even aan de wal en doet keurig wat van haar verwacht wordt, dan de huiken en hoezen van de zeilen om om 30 seconden voor 07.00 gooien we los, varen de haven uit en gaan wachten voor de Warnserbrug of die misschien open gaat. Als dat niet snel genoeg naar onze zin gebeurt roepen we op kanaal 85, en jawel, een vriendelijke mevrouw met nog een iets slaperige stem meldt dat ze de brug gaat openen. Als we bij Stavoren bij de sluis komen antwoordt dezelfde mevrouw dat we niet hoeven aan te leggen, er komt een schip uit de sluis en we mogen er direct in varen. Dat gaat vlot. 
Alles is nog een beetje grauw en grijs en het miezert, maar we zitten op de boot en dat alleen is al reden genoeg voor vreugde. Na de sluis zetten we koers naar Kornwerderzand en bij gebrek aan wind is het motoren. Als we Kornwerderzand naderen zie ik de sluislichten op groen staan, we varen de pieren binnen en de kleine sluis staat voor ons open. Er liggen al een stuk of 6 jachten in en vlak achter ons komt ook nog een Halberg 40. Als we vastliggen gaat de sluis dicht en wordt er geschut. Zo snel maken we het zelden mee. Maandag, buiten het seizoen, druilerig weer, kennelijk hebben een hoop zeilers andere leuke dingen verzonnen. Na de sluis en de brug leggen we aan om Joosje nog even aan het gras te laten ruiken en om 11.00 gooien we los en varen we het Wad op. Precies om 11.38, HW op het wantij, varen we over het wantij en daarna hebben we de rest van de dag om naar Terschelling te gaan. 
Inmiddels staat er af en toe een 7-9knopen wind overwegend uit het Westen en we zetten zeil en de motor kan uit. De wind neemt soms wat toe en draait ook geregeld alvast wat naar het NW zodat soms de motor nog even moet assisteren. We koersen op het Schuitegat aan en daar hebben we weliswaar stroom tegen maar ook 10-12 knopen halve wind. 
Zo bezeilen/bevaren we West op Terschelling en om 15.30 kunnen we in een zonnetje de touwtjes vastknopen in de haven. Een prachtige, afwisselende dag, mooi gezeild, een fantastische tocht.

Margaretha gaat even naar het dorp voor een boodschap en dan staan Klaas en Marjan ineens op de steiger. Die liggen er ook met hun boot. S’avonds gaan we bij hen aan boord op de koffie.

onderweg naar Terschelling


Vanuit Kornwerderzand varen we via Zuid Oostrak en Inschot naar de Vliestroom. Daar gaan we stuurboorduit het Schuitengat in.
Een visser bij het mosselperceel in het Inschot


Op de Vliestroom met Terschelling in zicht 

Aankomst Terschelling

Door het Schuitengat naderen we Terschelling.

De ingang van de haven van West Terschelling


Daar liggen we dan in de haven van West Terschelling. Zoals het hoort, met de boeg aan de kopsteiger

dinsdag 20 augustus 2019

De Friesche Sloten

Dinsdag 20 augustus

Vannacht waren er toch meer mugjes dan ik op gerekend had. De hor had er wel voor gemoeten. Maar ja daar was het om 01.00 te laat voor. Gevolg is een beetje onrustige nacht met regelmatig gezoem aan je kop. Uiteindelijk geen probleem maar de dag begint wat later. Na opstaan en enigszins opruimen is de vraag hoe hier netjes op zeil afvaren. Alle touwtjes los behalve het voor landvast, grootzeil omhoog, fokbak en dan de laatste landvast los. We draaien keurig als gepland van de steiger weg en ik heb tijd om stootwillen aan dek te leggen, landvastjes op te schieten en te bergen en dan het roer te nemen. 
De Gruns blijkt niet bezeild en ik wil geen motor aan. Ouderwets, net als vroeger toen we een BM huurden zonder motor, wil ik alles op zeil. Kruisen in een “smalle sloot” op fok en grootzeil, met af en toe erg ondiepe oevers. Met de North Beach blijkt het te kunnen. Toegegeven de sloot is niet heel erg smal maar toch, met hetzelfde bootje voeren we naar Engeland, over zee naar Noorwegen en nu kruis ik door de Gruns met een beetje zwaard gestoken en af en toe 0,8m diepte bij de kant. Zorgvuldig overstag, op tijd weer op de goede koers, geen hoogte verliezen . . . . .  het lukt en soepeltjes kom ik bij de Korte Vliet. De laatste slag is (maak ik) nog even spannend want met een beetje steken denk ik langs de steiger op de lage wal te kunnen wat net niet net wel uiteindelijk met minder dan een halve meter ruimte lukt. Ik geniet voor meer dan 100% van dit gepiel met een zeilboot in de Friese sloten. Daarna is het ruim bezeild richting Zandmeer. Dankzij het “toffe touwtje” wat de boot even zonder mijn bemoeienis op koers kan houden, is er koffie en ontbijt. Ik zeil het Zandmeer op en neem de doorgaande “Marrekrite sloot” richting Grutte Gastmar. Achter me is de lucht pikzwart, voor me schijnt de zon. Logiserwijs mag je dan een paar druppels verwachten. Ik doe alvast de zeilbroek aan en als de eerste druppels vallen ook de zeiljas en mijn zwemvest. Het valt allemaal nogal mee. Met heel weinig wind door de Yntemasleat, bootsnelheid loopt terug tot minder dan 2 knopen, kom ik op het Heegermeer. Dan wordt het donker, begint weer te spetteren, ik hoor de donder: onweer. Kluiver weg en dan ineens meer dan 15 knopen wind over dek en een muur van regen om me heen. Ik besluit om in de luwte van de Langehoekspolle even voor anker te gaan om de bui af te wachten. De zeilscholen leggen de RS Fleva’s voor anker en gaan met de cursisten naar de wal. De bui is snel voorbij. De zeilschool dropt de jeugd weer op de bootjes en ik hiew het anker en vervolg de reis richting Heegermeer. Reisdoel is Woudsend en dat is bereikbaar vanaf het Heegermeer via de Woudsender Rakken. Maar het is nog vroeg en ik besluit om voa de Jeltesloot en de Nauwe Wijmerts te gaan. Inschattend dat die nauwe Wijmerts bezeild is. Ik bedenk dat het strijken van een grootzeil in nauw vaarwater als SoloSukkel niet simpl is en besluit om in de luwte van het Heegereiland het grootzeil te strijken en alleen op kluiver verder te zeilen. Waar ik even niet op gerekend had is dat het in de luwte van het Heegereiland vol ligt met zeilschool boeitjes. Tussen de oren zit het plan van grootzeil strijken redelijk vast dus dat moet gebeuren. Eerst even de kluiver weg, dan oploeven tot in de wind, iets er door want dan loop ik net niet vast in die zeilschool boeitjes, zeil naar beneden, de boot ligt nu dwars op de wind en drijft langzaam net langs die boeitjes, alles netjes opdoeken, dan de kluiver weer bij en we zeilen weer netjes weg uit dit wespennest van ongekarteerde boeitjes en andere obstakels. Eenmaal voor de wind in de Jeltesloot kijk ik op de kaart naar de nauwe Wijmerts en zie dat dat halve wind wordt. Gaat dat wel op alleen de kluiver en wat te doen als het niet gaat. Ik bereidt het grootzeil zover voor dat het indien nodig snel gehesen kan worden even later draai ik de Nauwe Wijmerts in. Een North Beach vaart met gemak halve wind op alleen de kluiver! Geen grootzeil of motor nodig. Als ik bij Woudsend ben gaat de kluiver weg en de motor aan. Op de Rakken gaan de stootwillen overboord en de landvasten los aan dek en leg ik aan bij jachthaven “de Rakken”. Ik wil graag een plek met uitzicht op de Rakken, voor het vermaak, maar de havenmeester wil me niet op een plek waar hij grote boten gedacht had. We vinden een plek die aan beider wensen voldoet en ik,vaar de boot daar heen. 
Heerlijk gezeild en alleen het allerlaatste stukje de motor er bij. Heerlijk. 
Daarna even een wandeling door Woudsend, met veel herinneringen, en dan tijd voor de steigerborrel met inmiddels weer en prettig zonnetje er bij.


Voor me schijnt de zon

Achter me donker als de nacht


maandag 19 augustus 2019

Solo in Friesland


Maandag 19 augustus.
We zijn net terug van 2 maanden zeilen naar de Oostzee en na enkele dagen kriebelt het al weer. Margaretha voelt ook andere verplichtingen en zo ontstaat het idee om solo nog een paar dagen van het mooie weer en de Friesche meren te genieten. 
Op maandag ochtend vroeg vertrekken we om 7 uur en om kwart voor 9 sta ik bij de boot. Margaretha reist na een kopje thee door voor een bezoek aan een vriendin in Noordwolde. Na koffie zetten, de boel inruimen en de boot zeilkaar maken kunnen de touwtjes los. Haventje uit, kop in de wind en het grootzeil omhoog en daarna voor de wind richting Morra en Fluessen. Ik heb een mooie ruime 15 knopen van achter dus het is wel voortdurend opletten op de gijp. Die komt ook een paar keer maar kan steeds gecontroleerd opgevangen worden. Als solozeiler ben je “short handed”, je komt per definitie steeds een paar handen tekort, om koffie in te schenken bv. Daarvoor is Parel uitgerust met een listig touwtje aan de helmstok wat op de meeste koersen net enkele seconden de tijd geeft om iets anders te doen. Koffie inschenken dus. Nu is een voordewindse koers de beroerdste om de helmstok los te laten. Voor dat soort noodgevallen is er dan nog de autohelm. Duidelijk mag zijn dat er wel koffie gedronken wordt. 
Tegen de tijd dat ik in de buurt van Heeg ben waait het aardig door en tikt de windmeter regelmatig de 20 knopen aan. Ik besluit Heeg even aan te doen voor een rustmoment en om water in te nemen want dat ben ik voor vertrek vergeten. Voor de wind de fok wegrollen, dan de boot in de wind sturen en met de zeilbinders tussen mijn tanden snel het grootzeil naar beneden. De boot draait dan vanzelf naar halve wind en blijft redelijk op zijn plaats, verleiert met ongeveer een knoop dwarsuit. Alle tijd en ruimte om het zeil op te doeken, de stootwillen buiten te hangen en de landvasten klaar te leggen. Alleen zorgt zelfs op de Friese meren een dwarswind van 20 knopen aan de lage wal voor dynamisch bootgedrag en ik moet me goed vasthouden.
In de passanten haven kies ik voor een box met de wind van achter, schuin van achter in dit geval. Je hoopt natuurlijk als solosukkel dat er enkele mensen op de kant klaar staan om je op te vangen maar je moet er rekening mee houden dat dat niet zo is, en inderdaad, niemand schiet te hulp.
Ik  kies een box tussen 2 lege boxen in, dat geeft wat ruimte, en vaar langzaam de box in. Ik leg direct de achterlandvast om de bovenwindse paal en beleg hem op de achterkikker. De boot draait een beetje dwars uit. Ik doe de helmstok naar de lage kant en geef gas. De boot draait nu naar de wind toe en komt recht in de box te liggen. Nu vier ik de achter landvast tot de boeg naar schatting bij de wal is, beleg de landvast en dan loop ik, met de motor nog steeds in zijn werk,  naar voren. Het listige touwtje houdt de helmstok op zijn plek en de boot recht in de box. Mijn gok is niet slecht, de boeg ligt 20cm van de kant. Ik stap af en kan de voorlijnen vastmaken. Dan weer op de boot, de motor uit en de 2e achterlijn om de paal. een voldaan gevoel dat het geheel gecontroleerd is verlopen en een beetje jammer dat niemand het gezien heeft.
Na de lunch vaar ik de haven weer uit en merk dat de wind nu toch wel meest boven de 20 knopen zit, tot 25 aan toe. Dan is de kluiver niet nodig en ik besluit om het grootzeil met een rif te hijsen. Net iets meer gedoe dan gewoon hijsen dus de autohelm mag de boot eventjes tegen de wind in laten varen. Als het gereefd grootzeil en de fok staan kan de motor uit en loopt de North Beach als een zonnetje. Ik wil naar de Gaastmeer dus dat is eerst een stuk opkruisen. Met een beetje zwaard gestoken gaat dat heerlijk. Met de 6 Bf die er nu staat zijn er weinig schepen op het Heegermeer. En schepen met zeil op al helemaal weinig. Met enkele slagen kom ik bij de Langehoekspolle en kan ik richting Intimasloot. Omdat van te voren lastig in te schatten is of die wel of niet bezeild is start ik wel de motor. Als blijkt dat de Intimasloot met een kleine knik in de schoot bezeild is kan de motor weer uit. Eenmaal in een sloot met de kanten dichtbij blijkt dat je met een puntje zwaard toch nog aardig verleiert, dus het zwaard gaat naar beneden, diepte genoeg. Zo is het volop genietend zeilen tot de Gruns waar ik stuurboord uit ga naar de Oudegaaster Brekken. In de buurt van een mooi hoge wal Marrekriteplekje stuur ik Parel weer aan de wind, rol de fok in, draai in de wind en trek het grootzeil naar beneden. Hier is het water aanmerkelijk rustiger dan op het Heegermeer en zonder problemen kan ik alles opdoeken en opruimen, de landvasten klaarleggen en de stootwillen buiten hangen. Terwijl het schip dwars op de wind blijft liggen en langzaam dwars wegdrijft. Dan de motor aan en naar het steigertje. Hier is nog de extra handicap dat het bij de steiger erg ondiep is. Ik vaar er recht naar toe, tot de boeg vlak voor de steiger is en loop dan naar voren. Te laat, de neus is door de wind al weer weggezet. De tweede poging gaat beter. Als de neus bij de steiger is zet ik de motor vrij, ga snel naar voren, pak de landvast en kan nog net op de wal stappen. De rest is kinderspel.
Solozeilen is uitdagend, je moet beter vooruit denken, anticiperen, de boot onder controle hebben, maar als alles dan lukt geeft dat veel voldoening. En je leert op die manier de boot ook beter beheersen natuurlijk. Met zijn 2en is wel gezelliger trouwens.

De romantiek van een pittoreske Marrekrite ligplaats



maandag 5 augustus 2019

Hoe mooi het was

Glorious Parel

Parel met de bemanning in de kuip

Onze dappere oude scheepshond Joosje

Leeuwarden

Maandag 5 augustus 2019
Oostmahorn naar Leeuwarden.
We hebben ons plekje in Oostmahorn mede gekozen omdat het hoge wal was, toen we aankwamen. Helaas blijkt in de nacht en de avond de wind 180° te draaien. We liggen langs de wal maar er staan ook nog 2 palen, kennelijk als box bedoeld. Met onze inmiddels ontwikkelde lijnwerptechniek (Workshop Toerzeilers op Winterweekend) werpen we om iedere paal een lijn en trekken vervolgens de boot van de wal af. Beweging is er nog maar geen gebonk tegen de wal en geen gepiep en geknars van stootwillen. Prima geslapen.
De sluis in Dokkumer Nieuwezijlen ligt op 4,7zm afstand en begint om 09.00 te draaien dus we gooien om 08.00 de touwtjes los. Het Lauwersmeer is lang niet overal diep genoeg om zelfs met maar 0.85cm te kunnen varen. Mooi binnen de tonnen blijven dus. Maar Jur wil altijd graag hoekjes afsnijden, een beetje kort door de bocht zeg maar. Met één blik op de dieptemeter en de andere op de groene ton probeert hij er mooi 20m binnendoor te sturen. Boem is ho! We lopen met 5 knopen op een onderwaterbult en liggen vrijwel meteen stil. Margaretha is binnen bezig met een ontbijtje te bereiden en diverse ingrediënten  verplaatsen zich spontaan over een dikke meter richting vloer. Geen geslaagde actie. Gelukkig komen we vrij makkelijk weer los en gaan dan netjes aan de goeie kant van de ton langs. Er varen inmiddels nog 2 zeiljachten en een grote aak achter ons. Als we de sluis in zicht krijgen zien we al enkele boten liggen, als we wat dichter bij zijn zie ik de lichten op rood groen staan, gas er op: dan kunnen we waarschijnlijk nog mee. De twee boten die er liggen varen in, nog plek genoeg voor meer boten, en als wij nog geen 100m meer verwijderd zijn van de sluisdeur gaan de lichten op rood en de deuren dicht. Wat een . . . . . van een sluiswachter, (er volgen vanuit onze tenen nog enkele kwalificaties en beoordelingen van deze sluismeestersactie maar die wil ik hier niet op papier zetten. Dan maar netjes aanleggen aan het remmingswerk. Even later gaan de lichten weer op rood groen, de deuren gaan open, eerst mag een aak van 26x6m invaren daarna de jachten. Wij kunnen net naast de aak tot helemaal voorin doorvaren. De (die) sluismeester komt even op de sluis kijken en een praatje maken: “Sorry voor die actie net, ik zag jullie natuurlijk wel maar er kwam ook een bus aan, die op dienstregeling rijdt, die kon nu net door en aan de andere kant lagen geen schepen en ik kon gelijk weer terugkomen voor jullie. Dus zo heb ik dat maar opgelost.” Wat een aardige man en wat overweegt ie dat allemaal zorgvuldig! Nee natuurlijk helemaal geen probleem zeggen we. En weer blijkt: wat je ziet is geen waarheid maar slechts een perspektief.
We varen de Dokkumer grutdjip in en de bruggen worden allemaal netjes en vlot bediend. Ook Dokkum zelf gaat redelijk vlot. Inmiddels is het konvooi aangegroeid tot zeker 30 schepen van allerlei soort. Bij Burda gaat het mis. We komen er 12.05 aan en tussen 12.00 en 13.00 worden de 2 bruggen van Burdaard niet bediend. Er is een klein wachtsteigertje maar lang niet iedereen kan vastmaken. Wij hadden de blokkade na raadplegen van de almanak aan zien komen en pakken een steigertje 100m voor de brug. Vandaar kunnen we het verdere gehannes, heen en weer varen, ankeren en dergelijke van al die (grote) schepen in dat nauwe vaartje onder het genot van een boterham, gekookt eitje en een cupasoup gadeslaan. Om 13.00 is het konvooi wat verder wil aangegroeid tot 30-40 schepen, maar eerst wordt de andere kant doorgelaten. Dus om 13.05 gaat de brug wel open maar komen er eerst 40 schepen van de andere kant door en daarna . . . gaat de brug weer dicht. Nu eerst weer de auto’s. Tegen 13.30 gaat de brug weer open en nu mogen wij. Zoals reeds gemeld ligt er in Burdaard een 500m verderop nog een brug en die wordt bediend door dezelfde brugwachter. Eerst gaan alle schepen door de eerste brug, die gaat dicht, de brugwachter stapt op de fiets en rijdt naar de 2e brug om die te bedienen. Al die tijd moeten die 40 schepen in het nauwe vaartje vrijwel stilliggen en niks proberen te raken. Met een auto is het vrij simpel om stil te staan maar met een boot is het lastig. Maar daarna ging alles vlotjes tot in Leeuwarden. Daar vinden we een mooie plek in de Prinsentuin, het stadspark van Leeuwarden en dichtbij de prachtige oude stad.

We zijn nu weer in Friesland, gaan morgen waarschijnlijk naar Harlingen zeilen dan Woensdag of Donderdag via de Boontjes naar Kornwerd en dan door naar Stavoren en Warns. Daar staat de auto, en die brengt ons volgens deze planning dan vrijdag weer thuis.
We hebben dan een werkelijk prachtige reis achter de rug, veel mooie stukken gezeild, ook heel wat stukken met hulp van de motor. Veel nieuwe plaatsen ontdekt en al weer voornemens gemaakt om zeker nog weer een keer naar die mooie Oostzee te gaan. Samen hebben we het goed gehad en zijn we een prima zeilteam. Daarbij leer je met zeilen ook altijd weer nieuwe dingen, leuk is dat. En Joosje, onze hoog bejaarde scheepshond van 16 is wonderbaarlijk goed meegegaan. Wij hebben voor haar het nachtzeilen geschrapt en als compensatie wekte zij ons iedere ochtend tussen 5 en 6 , om even uitgelaten te worden. Nou ja, als dat alles is. Per slot heeft de morgenstond goud in de mond. 
Dit is van deze vakantieblog voorlopig de laatste geregelde aflevering.

Dank aan alle lezers voor de belangstelling en het volgen.

zondag 4 augustus 2019

Noordpolderzijl? Helaas net niet!

Zondag 4 augustus 2019
Borkum (Noordpolderzijl) Lauwersoog, Oostmahorn. 32zm

We hebben de avond tevoren goed gemeten, in Borkum lig je met laag water vast in de modder, en we denken 1,5 uur na LW weg te kunnen. 08.30 LW, dus om 09.45 proberen we, en jawel het lukt, de boot beweegt en kan achteruit de box uit, uitgezwaaid door Joyce en Bart gaan we richting uitgang. Daar blijkt nog 0,9m water te staan, we kunnen er net uit. Onze buurman in de haven van Borkum, een grote grundel, heeft ons gewaarschuwd dat je bij boei 55 bij Noordpolderzijl dicht bij de boei moet blijven anders loop je vast.
Buiten “Port Henry” blijken we een flinke stroom tegen te hebben, als we op de Eems, het Randzelgat komen dan blijkt het net op de hoek behoorlijk te kolken, op enig moment zien we ineens nog maar 60cm diepte op de meter. Dat kan niet, we kijken om ons heen, zijn we zover uit koers? Het is waarschijnlijk opgewoeld zand in het onrustige water, daarna springt de meter weer netjes op 22m, niks aan de hand. Maar dat was wel even schrikken.We hebben nu bijna 3 knopen stroom dwars als we het Randzelgat oversteken naar de Alte Ems, vanwaar een geultje het Wad op loopt. We volgen de tonnen en boeien van het Ra of Eemswadje. Tot ze overgaan in de Zuid Oost Lauwers. Aangekomen bij de splitsing met het Vaarwater van Noordpolderzijl, gaan we bakboord uit het geultje in. 
Waarom eigenlijk naar Noordpolderzijl. Er is niks te doen, een kade waar een paar schepen aan kunnen liggen. Café “Het Zielhoes” waar heel vroeger nog wel eens wat te doen was. En verder mooie luchten en een roemruchte historie. 
De enige reden dat we, of beter Jur, er heen wil is omdat het kan. En omdat heel veel boten het niet kunnen en nog meer mensen het niet eens willen. Het is net als met de Cocksdorp en Laaxem, het is lastig maar met een North Beach kan het. En Jur wil het gedaan hebben, af kunnen vinken. En vandaag gaat het (misschien) lukken!! Opgewonden als kleine kinderen bij Sinterklaas aankomst gaan we verder nu het geultje in naar Noordpolderzijl!,
De diepte blijkt overal ruim voldoende, meest meer dan 1,20m. QuickTide geeft ook aan dat we van 10.27 tot 17.04 binnen zouden moeten kunnen varen, Hw is hier om 14.15. Om 13.30 komen we tot vlakbij de ingang van het kanaal naar Noordpolderzijl, de laatste boei, nr55, we sturen zo dicht mogelijk langs de ton, en dan zitten we muurvast. De dieptemeter geeft 50cm. Met de boeg op 4m afstand van boei 55 en de kont op ca 4m van de andere kant van de geul is het een knappe jongen die ons hier passeren kan. We gooien het anker uit, hijsen ook de ankerbal en wachten maar even af. Het water moet nog stijgen. Maar dan komt er vanuit Noordpolderzijl een flinke tjalk. Met een grundel er achter aan. Die kunnen hier nooit langs, ik probeer hem op de marifoon op te roepen want ik zie zijn naam op de AIS, maar hij heeft de marifoon niet aan staan denk ik. 30m voor ons stopt ie. Hij roept ons aan, hoe diep we steken? 85 cm, oh wij ook. Niet hoopvol. Na een tijdje wachten en naar elkaar kijken bedenken we dat dit niks gaat worden. Het is een uur voor hoog water, een dag na springtij dus iedere dag later staat er minder water met vloed. Als we er al in komen komen we er morgen misschien niet meer weg, 2 weken wachten? We besluiten om te proberen te keren en verder te gaan naar Lauwersoog. Dat is nog 17 mijl met 2 wantijen en dat zou volgens QuickTide nog moeten kunnen. O K, anker er uit, pook aan dek, roer aan boord en langzaam draaien we rond, we kunnen in ieder geval weer terug. De grundel komt achter ons aan, de tjalk komt net zo vast te zitten als wij. We volgen het hele kronkelige geultje terug, tot we weer op de Zuid Oost Lauwers komen en gaan dan bakboord uit richting Lauwersoog. Achteromkijkend kunnen we de tjalk nog zeker een uur onbeweeglijk op dezelfde plek vast zien zitten. . . . . . . Jur laat niks merken maar is emotioneel behoorlijk van slag, Noordpolderzijl binnen handbereik en dan op de drempel. . . Mis!
Het is voor ons de eerste keer dat we dit vaarwater volgen. Het lijkt net zo simpel als andere waters maar er zitten een paar rare stukjes in waar de betonning ons voor kleine raadsels zet en tot keuzes dwingt. We passeren zonder problemen 2 wantijen. Dan neemt Margaretha het roer en gaat Jur de weerberichten bestuderen ivm de planning voor de rest van de week. Dan blijkt de diepte ineens sterk terug te lopen, we volgen op dat moment een geultje met groene tonnen, de diepte loopt terug naar 90cm, behalve dit geultje hadden we een stukje terug ook een andere route kunnen nemen met ogenschijnlijk dieper water maar zonder betonning. We  zijn ook al halverwege op deze plaat. Een snelle afweging: het is inmiddels hoog water geweest, de diepte wordt nu alleen nog maar minder, als we vastkomen kunnen we morgen pas weer verder, de weg die we heen gekomen zijn kunnen we ook nog wel terug. Dus, het roer om, en het laatste stukje terug. Bij de splitsing nu de andere route genomen die wel dieper water heeft maar geen betonning. Een beetje puzzelen maar het lukt en een uurtje later lopen we Lauwersoog binnen rond 16.30. 
We besluiten even vast te maken in de buitenhaven, met Joosje de kant op te gaan, een gebakken visje te eten en daarna door de sluis en een plekje voor de nacht zoeken. De kibbeling, lekkerbek, haring en patatjes smaken weer “echt hollands” en ontzettend lekker. Jur vraagt zich af of het een teken van ouderdom is dat je de dingen waar je aan gewend bent het beste en prettigste vindt. Volgens Margaretha is dit beslist niet zo maar is de nederlandse gebakken vis gewoon veel beter dan ze in Duitsland en Denemarken kunnen.
Daarna gaan we vlotjes door de sluis en vinden op het Lauwersmeer, net onder Oostmahorn een prachtig plekje om de nacht door te brengen.

Alles bij elkaar is het toch zeker wel weer eens een spannende en leerzame vaardag geworden. Daarbij hadden we het “geluk” van weinig wind in soms lastige omstandigheden , met weliswaar alleen zeil erbij als extra ondersteuning bij de motor. Het niet halen van een gesteld speciaal doel geeft wel even een katterig gevoel, maar de inspannende vaartocht, met daarna het gebakken visje en de mooie ligplaats doen wonderen.

naar Noordpolderzijl

VN7 in het Vaarwater naar Noordpolderzijl. 



We liggen muurvast voor de ingang van Noordpolderzeijl, de ankerbal gaat omhoog. 


Onze avond ligplek bij Oostmahorm 

Zuid Oost Lauwers

ZOL48 in de Zuid Oost Lauwers

De Alte Ems, de Ra en Zuid Oostlauwers


We passeren vandaag de Alte Ems, dan de geul Ra of Eemswadje, Zuid Oost Lauwers en tenslotte het vaarwater naar Noordpolderzijl.

R48 in het Ra of  Eemswadje, op de achtergrond Rottum


zaterdag 3 augustus 2019

Norderney naar Borkum

Zaterdag 3 juni 2019
Norderney naar Borkum 20 zeemijl

Met Joost aan boord is het geen probleem om op tijd te vertrekken dus om 09.00 gooien we los, in de haven gaat het grootzeil omhoog. De fok net buiten de haven. We moeten weer eerst een stukje richting zee, met een flinke vloedstroom dwars. Bij de scheidingston worden we opgelopen door een veerboot, we proberen het hoekje af te snijden om ruimte te houden tot de veerboot maar het wordt snel ondiep dus toch maar dichter naar die ton. De veerboot neemt de bocht ruim en we passen er makkelijk bij. Na de scheidingston kunnen we afvallen naar het geultje. Nu alleen op zeil en de motor uit. Met 1,5 knoop stroom mee zeilen we heel relaxed richting wantij. Net als de tonnen ophouden en de geul verder met staken is aangegeven worden we opgelopen door de veerboot naar Juist. Precies hetzelfde gebeurde in 2015 toen we hier langs kwamen. Toen wilden we niet geloven dat die veerboot over het wantij langs de staakjes zou komen, nu weten we dat ie dat wel doet. Er is nog net diepte genoeg om even aan sb naast de geul te gaan en ook het zeil even losser te laten, zodat we de snelheid uit ons schip halen en de veerboot kan passeren. Hij vaart  vriendelijk zwaaiend langs. Een eindje verder gaat de veerboot, net als in 2015, stuurboord uit en in rechte lijn naar de haven van Juist, toen liep hij vast en ook dat herhaalt zich. Om 10.15 passeren we het wantij en we kunnen heel precies zien dat we daarna stroom tegen hebben dus gaat de kluiver er ook bij. In de verte horen we de brullende motoren van de veerboot die probeert zich door de plaat heen te varen. Zal wel over nagedacht zijn?

De wind is noordelijk, dus halve wind, en neemt toe tot 12-15 knopen. Met 5 knopen en meer bootsnelheid doen we 3,5-4 knopen over de grond, geen probleem we hebben alle tijd. Zo zeilen we probleemloos onder het eiland Juist en de zandplaat Memmert door.  We horen voor het eerst weer op de marifoon “Nederlandse Kustwacht” en  “den Helder Rescue” roepen. Als we bij de geul onder Borkum zijn aangekomen gaat de kluiver er weer af en zeilen we met het laatste beetje stroom mee naar het wantij. We worden op de oostpunt van Borkum welkom geheten door enkele tientallen zeehonden die naast de geul op een plaatje liggen. Een enkel stukje geul ligt vrijwel recht in de wind en dan hebben we even motorsteun nodig. Precies met hoog water zijn we op het wantij onder Borkum zodat we daarna ook weer stroom mee hebben. Wat een mooie planning van schipper Jur en de wind die ons plan precies ondersteunt! Om 14.00 leggen we vast in “Port Henry” op Borkum. Een half uurtje later loopt Joyce, collega Uitertonner, met schip en man binnen. 

Het wantij

Vlak voor het wantij onder Juist worden opgelopen door de veerboot

Op het Borkumer Wattfahrwasser worden we welkom geheten door de zeehonden op een plaatje naast de geul


vrijdag 2 augustus 2019

Van Baltrum naar Norderney

Vrijdag 2augustus 2019
Baltrum naar Norderney 9 zeemijl
Volgens berekening van QuickTide moeten we om 11.00 vertrekken om 11.48 bij het wantij te zijn. Maar we hebben de afgelopen dagen steeds ruim water onder de kiel gehad en we hebben geen geduld dus om 10.30 gooien we de touwtjes los en we zien wel. Tegelijk met ons vertrekt een veel groter schip uit de haven die schijnbaar de zelfde kant op gaat, als hij kan, dan wij ook. We varen de haven van Baltrum uit en moeten even een klein stukje richting zee. We hebben hier de opkomende vloedstroom tegen dus we vorderen langzaam. Dan om de kardinaal heen en de geul onder Nordeney in. We hebben nu de vloedstroom mee van 1,5 knoop. We zien vanaf het wantij een flinke platbodem komen dus dat geeft vertrouwen dat we er al wel over kunnen. Op de Oost hoek van Norderney, waar we vlak langs komen, liggen tientallen zeehonden in allerlei houding superlui te zonnen. Onbeschaamd lui mag ik wel zeggen. De in totaal 9 mijl naar Norderney kost ons iets meer dan 2 uurtjes en om 12.45 vinden we een plekje, bijna dezelfde box als op de heenweg, en knopen vast.
De wind tijdens de tocht was met buitengewone verandering; 180° gedraaid, van zuid in de ochtend, naar windstil rond het middaguur , naar noord daarna, rond  5 knopen. We hebben wel de fok erbij gezet, maar het was te weinig wind om helemaal te kunnen zeilen. Ondertussen hadden we wel een prachtige en zorgeloze tocht. Later trok de wind flink aan, maar te laat voor ons, om dan noch de wantijen over te kunnen steken.

Eenmaal op Nordeney rijden er weer auto’s, ipv paard en wagen en hand-en fietskarren, zoals o.a. op Baltrum. De sfeer van zeldzame rust is hier verdwenen.

Zeehonden op de plaat

Op weg van Baltrum naar Norderney zien we op de oostpunt van Norderney tientallen zeehonden op de plaat liggen zonnen.


Vervoer op Baltrum

Op Baltrum kom je geen autos tegen. Alles gaat met paard en wagen en met de fiets. Uiteraard met vaak een fietskar er achter. We zagen zelfs fietskarren met achterop weer een trekhaak zodat je achter één fiets meerdere karren kunt hangen.




donderdag 1 augustus 2019

van Spiekeroog naar Baltrum

Donderdag 1 augustus
Spiekeroog naar Baltrum 15 nM
Vandaag weer een dagje varen, naar Baltrum. Op Spiekeroog ligt, met laag water de boot met de buik in de modder, dan kan je niet weg. We hebben gister geprobeerd en omstreeks 2 uur na laag water wil de boot in de box weer heen en weer, maar hoe ver je dan komt? Om 07.30 is het laag water en al om 08.45 lijkt de boot los te zijn. Achter de boot wordt het echter snel ondieper. We proberen het, maken de touwtjes los en duwen de boot de box uit, een beetje schuin zodat ze kort achter de box al dwars ligt, een beetje gas er op en langzaam varen we vlak achter de andere boten naar de uitgang van de haven. Het lukt, al snel wordt het wat dieper en kunnen we moeiteloos de lange geul uit van de haven van Spiekeroog naar het open vaarwater. Daar kunnen we zeil zetten. We passeren het zeegat en gaan het Langeooger  Wattfahrwasser op richting wantij. Een groot deel is bezeild, omdat het geultje nogal slingert liggen sommige stukken wel in de wind. We bergen de kluiver en laten grootzeil en fok staan, op de in de windse stukken de motor bij. We hebben stroom mee, op zeil doen we bij 12knopen wind 3,2 knopen bootsnelheid (door het water) over de grond komt dat op 5 knopen. Zo zijn we even na 10 uur al op het meest ondiepe stuk, waar we nog altijd 1,2 m waterdiepte blijken te hebben. Voorbij het wantij hebben we de vloedstroom tegen en om snelheid te behouden die nodig is om het volgende wantij onder Baltrum te halen moet af en toe het ijzeren zeil bij. Vooral het laatste stukje onder Langeoog is de stroom sterk. Voorbij Langeoog duiken we het Baltrumer Wattfahrwasser in, we hebben weer een stukje vloedstroom mee, maar minder dan eerst. 
Rond 12 uur passeren we het minst diepe punt. Op dit punt staat een baken met 2 bollen ten behoeve van wadlopers, hier moeten ze de geul passeren, van de vaste wal naar het eiland.
Om 12.30 knopen we vast in een box in de jachthaven van Baltrum omdat we vroeg zijn hebben we nog één van de laatste vrije boxen, latere aankomst betekent stapelen.

‘s Middags maken we een wandeling door Baltrum, in het centrum van “Westdorf” zijn nog wel straten maar verder staan de huizen min of meer vrijelijk door elkaar heen, daartussen door lopen dan paadjes/straatjes om er te komen. De huizen nummering is niet per straat oplopend maar gewoon op volgorde van bouwen. Zo zie je naast elkaar opeen volgend nr 13 (heel oud), 262 en 264( betrekkelijk nieuwe 2 onder 1 kap), 116 en 227. Lijkt me voor een postbode lastig. Auto verkeer is er helemaal niet, alles gaat met fiets, paard en wagen of elektrisch.
Ook hier is de invloed van Asterix merkbaar: bij de haven staat een patattent die heet “Hungernix” en naast ons ligt een stevige speedboat en die heet “Bangvörnix”.

Ik had in Duitsland niet zoveel humor verwacht, maar ja, dit is Noord Duitsland.

Het Baltrumer wad

Op het Baltrumer Wattfahrwasser passeren we het baken voor de wadlopers die van de vaste wal naar Baltrum lopen

Deze stoere speedboat heet “Bangvörnix”, vrij naar Asterix

 

Spiekeroog in de modder

Parel (goed zoeken in het linker rijtje) met de buik in de modder in de haven van Spiekeroog

De route naar Spiekeroog is tot op de wal met “prikken” bebakend. Los is rood, samengebonden is groen.


woensdag 31 juli 2019

Sportief op Spiekeroog

Margaretha immer sportief zwemmend achter de boot
Woensdag 31 juli 2019
Een dagje op Spiekeroog, aangezien we vandaag op onze tocht alleen wind tegen zouden hebben, niet handig over de wantijen. 
Gister hadden we na aankomst nog wel tijd om even het dorp in te lopen, een boodschapje te doen. Dat leverde een paar ontdekkingen op. Op Spiekeroog zijn geen fietsen te huur! Waarschijnlijk is het eiland te klein, met een fiets ben je in een uurtje of 2 het hele eiland rond. Zit kennelijk geen handel in. Op het eiland is geen bier in blik te koop. Alleen in fles. Thuis vind ik dat prima maar op de boot zijn flessen zwaar, nemen relatief veel ruimte in en je moet die fles bewaren en later ook weer ergens inleveren. Er dreigt een drankprobleem. Voorlopig maar even zuinig aan met de aanwezige voorraad. 
Vandaag een wandeling gemaakt naar de oostpunt van het eiland door prachtig natuurgebied en een kopje koffie gedronken bij zo’n beetje de meest oostelijk gelegen bebouwing, een ekologisch café/museum. Onderweg zat er een haas langs het pad die zich gewillig liet fotograferen, daarna verdween hij. Even later op het pad een ree, maar die verdween voordat ik mijn fototoestel paraat had. Na de koffie door de noordelijke duinrand weer terug naar het dorp en door naar de haven. 
Margaretha heeft een onverbiddelijke en onbedwingbaar sportieve natuur dus die wilde na de wandeling even een rondje zwemmen rond de boot.

Belangrijke bezigheid: checken van de wind en weerberichten voor de tochtplanning voor de komende dagen. Stelregel op de Deutsche Insel: Gott schuf die Zeit aber über Eile hat er nicht gesprochen. We doen dus kalm aan met af en toe een rust en sightseeing dagje.

dagje Spiekeroog 2

Een haas naast het wandelpad

De jachthaven van Spiekeroog onder een prachtige hemel

Dagje Spiekeroog

Achter de boot een mooi strandje om Joosje uit te laten op  Spiekeroog

Joosje ligt graag in haar mandje in de kuip


dinsdag 30 juli 2019

wangerooge naar Spiekeroog

Dinsdag 30juli 2019
Wangerooge naar Spiekeroog 10,9 nM
Vertrek 07.45
Op wantij 09.00 minste diepte was 1,5m
Aankomst 10.15

Om 7.45 willen we niet langer wachten en gaan de touwtjes los. Volgens de planning had dat om 08.00 moeten zijn dus nu moeten we kalm aan doen om niet te vroeg bij het wantij te zijn. De wind is 2,4 knopen, dat gaat ons niet helpen. Zo motoren we rustig de haven uit en naar het zeegat toe. Tussen Wangerooge en Spiekeroog liggen platen dus we moeten bijna tot de dam die in het zeegat ligt en dan bij de west-kardinaal bakboord uit de geul in die onder Spiekeroog doorloopt. Bij die kardinaal kijken we nog even zeewaarts, 4 weken geleden verloor Windroos hier haar anker vanwege de steile hoge golven, nu is de zee glad als een spiegel, golfhoogte nog geen 10cm. De geul loopt vlak langs het zand van Spiekeroog en daar ligt het vol zeehonden. Voor het strand ligt een grote catamaran voor anker, op nog geen 50m van al die zeehonden vandaan. Dat is ook leuk droogvallen.
We hebben nu de vloedstroom mee en de motor kan bijna uit, een klein beetje schroefwater om te kunnen blijven sturen. Zo gaan we langzaam over het Wad, met de glinsteringen en schitteringen van de nog laagstaande zon op het water.  Vlak bij de boot komt af en toe een zeehond even boven. Dit is wadvaren op zijn mooist, zeker als ik daar nog een kopje koffie bij krijg van Margaretha. 
Om 09.00 passeren we het wantij met nog 1,50m diepte, we hadden makkelijk nog wat vroeger kunnen gaan, maar dit is heel relaxed. 

Net na 10 uur lopen we Spiekeroog binnen en we vinden een plekje bij de kleine bootjes. Zo een beetje de mooiste plek in de haven met over het Wad vol paarse lamsoorvelden. De havenmeester is uiterst vriendelijk en behulpzaam, en neemt alle tijd voor zijn gasten.  We gaan hier vanmiddag wel in de modder zakken maar dat geeft niet.

Zeehonden naast de boot

Onderweg naar Spiekeroog komen de zeehonden vlak naast de boot kijken wie wij zijn


Wangerooge naar Spiekeroog



Zeehonden op de plaat voor Spiekeroog


Cuxhaven naar Wangerooge

Zondag 28juli 2019
 Cuxhaven Wangerooge 43,4 nM
Vertrek 10.00 aankomst 19.00
Meest bakstag 12-15
Later zakkend onder 10
Laatste 2 uur motor plus rond 12.00 half uurtje motor bij

sMorgens moeten we eerst bellen voor de verjaardag van Marijn, na een paar mislukte pogingen hebben we kontakt en kan er gezongen en gefeliciteerd worden. 
Op de Elbe voor Cuxhaven kan tot ruim 3 knopen stroom staan. Het heeft dus geen enkele zin om te vroeg te willen vertrekken. Volgens de vaarwijzer van René Vleut gaat de eb stroom 1,5 uur na HW lopen. Om 09.55 Hoog water dus vanaf 11.30 gaat de stroom meelopen. Vanaf een uur voor kentering is de stroom niet zo sterk meer dus, ongeduldig als we zijn gooien we om 10.00uur los, hijsen in de haven grootzeil en sturen dan de haven uit. Buiten de haven fok en kluiver er bij en hoewel we volgens de verwachting al geen 10 knopen meer zouden hebben. Zien we nog een stevige 12 kn op de klok. Met halve wind is dat uitstekend zeilen dus de motor kan al meteen uit. We volgen netjes de groene tonnen, de bakboordkant van de geul, we varen links in de geul als het ware, maar houden de tonnen aan stuurboord zodat we net buiten de geul blijven. We fietsen bij wijze van spreken aan de linkerkant van de weg over de stoep. En dat is gebruikelijk en ook de bedoeling. 

“Alles wat je hoort is geen feit maar een mening, alles wat je ziet is geen waarheid maar een perspektief”, 
een spreuk van een wijs iemand van de scheurkalender bij ons thuis op de wc, maar vandaag moest ik daar wel een paar keer aan denken.

De geul draait westwaarts zodat we wind steeds meer van achter krijgen. Ook zakt de wind een beetje in, daarom gaat de vaart er uit, dan is er tijdwinst te boeken met de bocht wat krapper nemen. Zo liggen we met weinig vaart op het knobbelige water op en heen en weer te klotsen. Het water lijkt steeds onrustiger te worden, net of we in de branding terecht komen. Een blik op de dieptemeter verklaart waarom, er is nog maar 3,5 m waterdiepte! We zitten bijna op de zandbank. Dus fors roer stuurboord uit naar dieper water. Daardoor komt de wind ook beter in en lopen we meer vaart. De diepte loopt weer op naar 10m, 12m,  15m. OK, dat is beter. Dan zie ik in de verte een vrachtschip aan komen, ogenschijnlijk recht op mij af, hoe kan dat nu weer? Past even niet in mijn verwachting, maar wat ik denk te zien is niet de waarheid maar een perspektief, We zijn met onze manoeuvre om op dieper water te komen een eindje de geul ingegaan en die tegemoet komende vrachter stuurt mooi scherp de bocht aan. De AIS heeft het over een passeerafstand van 0,1nM over 8 minuten en dat is me te weinig. Dus snel weer wat afvallen naar buiten de geul. Nu weer plat voor de wind met ineens weer aanzienlijk minder snelheid, de passeerafstand wordt niet snel groter, tijd voor harde actie: motor aan en snel aan de kant. Links een ondiepte, rechts de geul met grote schepen, weinig speelruimte voor de koers dus plat voor de wind op hobbelig water, de motor blijft maar even bij staan.
Na een half uurtje is er weer wat meer wind en gaat de motor uit. Nu volgt er een lang recht stuk richting aanloop Wangerooge waarbij we langzaam wegsturen van de geul. Geen last meer van grote schepen. Wèl een nieuwsgierige zeehond , die vlak achter ons schip aan zwemt.De wind blijft ondanks de verwachtingen de hele middag lekker doorblazen met 12-15kn wat steeds een 4,5-5 kn bootsnelheid oplevert plus nog een knoopje stroom mee, dat schiet mooi op. Onderweg worden we opgelopen door een nette motorkruiser met NL vlag. Hij komt zo dicht langs dat ik besluit er foto’s van te maken. Dat is op een alle kanten heen bewegend schip nog best een uitdaging, zeker als met de telelens flink in wilt zoomen. De schipper van de “Charlestown” ziet mij staan, begrijpt dat ik foto’s van zijn schip maak en pakt ook zijn toestel om foto’s van ons te maken. Als hij eenmaal ruim gepasseerd is roep ik hem aan op de marifoon op 16. Hij antwoordt en op kanaal 77 praten we verder. Ik vertel dat ik foto’s van zijn schip heb en vraag naar zijn bestemming. Hij is op weg naar Wangerooge, net als wij. We spreken af elkaar daar even op te zoeken om de foto’s uit te wisselen.
Onze route loopt onderlangs de “Weser Reede” een ankerplaats voor grote schepen, je ziet hele grote schepen, denkt waar gaat dat heen, tot je op de AIS ziet dat de snelheid 0 is dus ze liggen voor anker. Hoef ik niet meer op te letten. Fout. Ineens blijkt een kuster toch te gaan bewegen en van ons weg te varen, geen probleem. Maar een kwartiertje later komt ie ineens toch recht op ons af. Blijkt geen kuster maar een zandzuiger te zijn, die ligt een tijdje stil zand te zuigen, vaart dan naar dieper water en komt met een lus weer terug, dus toch op blijven letten. Ik verwacht tussen de geul en de eilanden hooguit een visser, maar toch komt er ineens een kuster recht op ons af, hoe kan dat? Even niet goed gezien dat er ook nog een geul naar Wilhelmshafen loopt die we kruisen. Even later lijkt één van de mastodonten die op de Weser Reede voor anker liggen ineens heel dichtbij te zijn. AIS raadplegen laat zien dat ie niet stilligt maar met 16 knopen op ons af komt passeerafstand minder dan 0,1nM. Lengte 400m breedte 59m, niet echt een kleintje. Die kan toch nooit  door dat geultje? Snel bulletalie eruit, boom uit de kluiver en oploeven zodat we hem parallel tegemoet varen en op 200m passeren. Later zie ik dat er bij Hooksiel ook nog een container terminal is. Je kunt hier dus nog wel degelijk hele grote jongens tegenkomen. Ik tel in de gauwigheid 24 containers in de lengte, ook zoiets in de breedte en zeker 10 hoog gestapeld, kom je toch in de buurt van de 5500 containers. We laten een dikke 5000 vrachtwagens even voorgaan. En weer een voorbeeld dat je wat je ziet interpreteert vanuit het perspektief van je verwachtingen, wat dan niet blijkt te kloppen. Een leerzame dag. We varen nu de geul in waar Windroos op de heenweg haar anker verloor. We varen langs de tonnen en zien, halverwege de vloed, een minste diepte van 3,5 m, hier moet Geert zijn anker liggen. Het water is nu rustig en als je een flinke magneet hebt en een paar zoekslagen maakt dan heb je hem. Bruce, 10kg, met 10 m ketting.
Eenmaal de strekdam voorbij zijn we met een halfuurtje in de haven en vinden een plekje naast een Nederlandse Southerly. Het is redelijk druk, later komen er nog 2 boten naast liggen. Achter ons ligt de “Charlestown” waar ik foto’s van heb gemaakt.

Het is mooi gelukt vandaag; dit stuk in de Duitse Bocht kan echt lastig zijn, met de sterke stroom van de Elbe en overheersend westelijke en noord westelijke winden. Wind en stroom die aan elkaar tegen gesteld zijn. 

Door de Duitse Bocht

Met de wind van achter en de kluiver uitgeboomd schieten we lekker op.
Op weg van Cuxhaven naar Wangerooge.


De Duitse kustwacht houdt ons scherp in de gaten

 

Van Gieselau naar Cuxhaven

Zaterdag 27 juli 2019
Sluis Gieselau kanaal naar Cuxhaven 39nM

Vandaag het laatste stuk NOK en dan bij Brunsbüttel door de sluis de Elbe op. Over de Elbe naar Cuxhaven. Op de Elbe kan het behoorlijk stromen tot wel 3 knopen. Daar wil je niet tegen in. Voor de tochtplanning is het belangrijk te weten dat de stroom bij Brunsbüttel vanaf ca 10.00 uur naar Cuxhaven gaat lopen tot ca 17.00 uur. Het is 23nM van Gieselau naar Brunsbüttel en 16nM van Brunsbüttel naar Cuxhaven, dat laatste is ca 3 uur varen. We moeten dus tussen 10 en 14.00 bij Brunsbüttel vertrekken. Joost helpt ons op tijd te vertrekken en om 05.45 gaan de touwtjes los. De 23 nM naar Brunsbüttel vragen ca 4,5 uur zodat we keurig tegen 10.00 bij de sluis kunnen zijn. Het NOK is recht uit motoren en op een gegeven moment wordt dat minder opwindend. We zijn mooi op tijd bij Brunsbüttel en vinden voor de sluis nog een plek waar Joosje even gras kan snuiven. Daarna naar de sluis waar we even moeten wachten maar rond 11.00 zijn we erdoor. Er staat een mooi windje en we zetten alle zeilen bij. Door het water 4,5 knoop maar over de grond 7-7,5 knoop, dat schiet lekker op. Een halve mijl voor de haven strijken we de zeilen en steken op motor de geul over. We hebben 3 knopen stroom mee en de haven ingang is aan de smalle kant. Voor je het weet ben je er voorbij. De kunst is om strak op de linkerkant van het te sturen, flink gas er op en met flinke snelheid naar binnen. Je ziet jezelf als een krab dwars uit  voorbij de ingang schuiven en alleen met voldoende snelheid eindig je in de haven in plaats van op het rechter havenhoofd. Leuk spelletje, het lukt en zodra je binnen bent gas terug. We vinden aan de kleine boten steiger een mooi plekje en om 14.00 is alles aan kant. Prachtig gezeild.