Kraksoy

Kraksoy
Parel bij Kraksoy, Noorwegen

zondag 31 juli 2022

Van zout naar zoet

Zondag 31 juli 2022

Richel Makkum 20 nM, Richel sluis Kwz 16,5nM , sluis Makkum 3,5nM

Vertrek Richel, 9.30, aankomst Makkum 14.15.


Van zout naar zoet

We besluiten nog een nachtje op de Richel te blijven. Het water komt weer terug, en om 21.30 drijven we weer. De volgende “touch down” is berekend om 01.00 vannacht en dan moeten de poten weer gesteld worden. In afwachting daarvan gaan we maar alvast slapen. De wind is inmiddels ZW en maar een knoop of 6. Desondanks liggen we behoorlijk te dansen achter het anker. Met deze windrichting lig je gewoon aan lagerwal. Het is bijna 1 uur als we de eerste stoten en bonken voelen. Onder een hoge wal droogvallen is rustiger. Maar na een uurtje is het gebonk toch wel gedaan en staan we min of meer. Nu de poten weer goed vastzetten. Ik merk dat de poten “hoger” staan dan de eerste droogvalronde. Door het gebonk heeft de kiel zich een cm of 10 ingegraven. Margaretha gaat alvast weer proberen te slapen. Het blijft allemaal nog wel af en toe bewegen dus Jur blijft nog even op om de eindstabiliteit af te wachten. Om 03.00 lijkt het stabiel en gaat ook Jur weer te kooi. Om 6.00 wordt Margaretha wakker en gaat even kijken of alles nog ok is. Ze wordt beloond met een prachtige zonsopkomst.

Zonsopkomst onder de Richel. 

Na een heerlijk zondagochtend ontbijt, met gekookt eitje, moeten we besluiten of we met de wind mee naar Terschelling gaan en morgen met een beetje wind mee naar Kornwerderzand, of dat we vandaag met stroom mee maar grotendeels de wind tegen al naar Kornwerderzand gaan. Omdat we in beide gevallen toch motorsteun nodig hebben besluiten we dan maar vandaag naar Kornwerd te gaan. Bijkomstigheid is dat er over de hele dag heen neerslag voorspeld is. En die voorspelling blijkt te kloppen. 

Vanaf de ankerplek onder de Richel gaan we in vrijwel rechte lijn naar het Inschot, deze route heet ook wel “verlengde Vlielander Balg”. Het eerste stuk  Inschot is recht tegen de wind in, daarna kan de fok bij. Met zoveel regen in je gezicht is het geen zaak om zo lang mogelijk van het pure zeilen te genieten maar meer om binnen redelijke tijd de bestemming te bereiken. De fok levert voortgang die door de motor aangevuld wordt tot ca 5kn door het water. Meer motor heeft geen zin want je zit al ongeveer op de rompsnelheid. Zo maken we toch het eerste stuk een 6,5kn over de grond. Rond HW zijn we bij het wantij van het ZuidOostrak. Meestal minder ik dan graag snelheid, het is per slot een wantij, maar nu zit ons een grote platbak onder zeil op de hielen en die laat ik liever passeren na het wantij. Als we het ondiepste stuk bijna gepasseerd zijn doemt er voor ons ook een grote zeilende klipper op op tegenkoers maar wel ramkoers. Ik vermoed en hoop dat hij vóór de tonnenrij wel af zal vallen om de geul te volgen en inderdaad, hij draait bij en ik kan gewoon mijn koers vervolgen. Achter ons heeft de charter “Vlieter” inmiddels de koers verlegd en blijft ver vrij van ons. 

In het Verversgat is het zicht beperkt door de regen, de horizon egaal grijs en schuin achter ons de Vlieter, die in een rechte lijn op Kornwerderzand lijkt af te koersen. Wij draaien een net bochtje om de ondiepte. Bij de sluis aangekomen gaat de fok weg, de stootwillen buiten en dan eens kijken hoeveel schepen er liggen te wachten op een schutting. Een stuk of 10 plezierjachten. Altijd informatief en soms vermakelijk om het marifoonverkeer bij de sluis (VHF18) te volgen. Aan de andere kant ligt een jacht dat naar het Wad geschut wil worden. De schipper meldt dat hij al een tijdje aan het remmingswerk ligt te wachten en of de sluismeester denkt dat hij de schutting mee naar buiten kan. Even later op wat driftiger toon met onmiskenbaar Amsterdams accent: Sluis, ik weet niet of ze hier in Friesland het verschil tussen rood en groen kennen maar die deur staat al een tijdje open en dat licht staat op rood. Heel bijdehand mijnheer maar er gaat eerst een charter in en daarna pleziervaart, u moet gewoon even op uw beurt wachten, antwoord de Friese sluismeester. Aan onze kant meldt de Vlieter zich (16 opvarenden bestemming Makkum) en krijgt van de sluismeester de melding dat hij zo als eerste in de kleine  sluis mag, de lichten blijven op rood, daarna op groen en dan mag de pleziervaart voorzover er plaats is. Dan meldt zich nog een schip, beroepsvaart altijd netjes met het aantal opvarenden, 186 opvarenden waarvan 142 passagiers. Oh, dat is een andere categorie, hij denkt er met een kwartier 20 minuten te zijn. De havenmeester meldt dat hij eerst in de grote sluis mag, daarna de Vlieter in de klein sluis, dan de jachtjes. Taktiek. Bij een sluis is het netjes als de boten die eerst komen als eerste in de sluis gaan en als je als laatste komt je even netjes op je beurt wacht. Dat is de theorie, de praktijk is soms anders. De hele grote, “Countess of Elegance” met 186 opvarenden draait de voorhaven in, en moet heel even wachten voordat de brug in de Afsluitdijk opengaat. Een hele zwerm jachten plakt achter de grote jongen om direct mee te kunnen. De Vlieter maakt los van de wal en stoomt ook op. Maar de brug is pas de eerste horde. Daarna komen de sluizen en daar gaat het om natuurlijk. Op het laatste moment komen ook nog 2 Duitse 36 voeters de voorhaven in en een Nederlandse 46 voeter. Geen bescheiden maten en ook geen bescheiden gedrag zo blijkt. Direkt na de brug wil de Vlieter al zijn voorgangers met flink gas er op links passeren richting kleine sluis. De lichten van de kleine sluis staan nog op rood. Alle jachten die achter de de Countess mee gingen, de Nederlandse 46 voeter vooraan, moeten nu op de rem, de Vlieter passeert links met daar achter enkele jachten die goed naar de marifoon geluisterd hebben. Ik wil beslist niet voordringen maar vindt het jammer als ik helemaal achteraan lig en de deuren gaan dicht terwijl er nog net een klein jachtje bij had gekund. Na de Vlieter kunnen er nog een kleine tien jachten in, Parel als één na laatste en nog een Duits jacht dat een beetje dwars achterin gelegd wordt, 10cm vanaf mijn windvaan en met 10cm speling tot de sluitende sluisdeur. De 46 voeter en enkele andere grote jachten mogen de volgende schutting mee.

Het heeft eigenlijk de hele reis geregend, in de sluis is het even droog. We besluiten naar Makkum te gaan, 3,5nM na de sluis, we zijn nat genoeg, het is mooi voor vandaag.

En zo zijn we na ruim 7 weken weer terug van zout op zoet. Van de Friesche Zee naar de Friese meren.

Uit het sluisje van Makkum zien we een prachtige schouw komen, de bemanning staat enthousiast naar ons te zwaaien, het is de BS3 met de kinderen en kleinkinderen van Geert en Margreet, we zwaaien hartstochtelijk terug. Leuk zo’n ontmoeting.

Als we de gemeentehaven van Makkum indraaien valt mijn bek open van verbazing, meer dan de helft van de boxen is leeg. Een contrast met Terschelling. We kiezen een plekje in de eerste rij boxen, direct achter de viskraam. Onze favoriete plek en natuurlijk hebben we nu wel een portie kibbeling verdiend. We verheugen ons op een ononderbroken nacht slaap zonder vreemd volk over dek.

De kiel heeft zich een 10cm ingegraven tijdens de “touch down”. De poten staan gewoon óp de grond.




zaterdag 30 juli 2022

Droog

 Zaterdag 30 juli 2022


We liggen als 3e in een rijtje van 4. De eerste 2 willen om 7 uur varen, wij om 9.30 en nr4, een Etap 22, weet het nog niet. Om 7 uur staan alle 4 bemanningen startklaar, nr 4 en wij gooien los en varen naar buiten, de andere 2 volgen. Er zijn uit de andere rijtjes ook boten die vertrekken. Als alles weg is varen we weer terug, de Etap sluit aan in een ander rijtje en wij kunnen aan de steiger vastmaken. Om 9.30 gooien we opnieuw los, in het Schuitegat is de koers net aan bezeild maar de stroom tegen. Met grootzeil, fok en een beetje diesel gaan we met 3,5kn over de grond rustig het Schuitegat door. Halverwege komen we weer de Jan van Gent met Joost en Gonnie tegen, hartstochtelijk zwaaien. Zo je je elkaar nog eens, alleen van elkaar spreken komt weinig terecht.

In de Vliestroom hebben we stroom mee en een 8-10kn bakstag wind. De motor blijft een beetje helpen. Als een krab steken we de geul over om bij de ingang van het Franse gaatje te komen. De stevige stroom zet ons behoorlijk opzij.

Onderweg in het Schuitegat


11.15 voor anker in Franse gaatje nabij FG3, 7,4nm gevaren, op 2m diepte. Na de lunch is daar nog 1,30m van over.


Om 13.00 varen we richting Richel en om 13.15 staan we aan de grond. De wind komt niet helemaal van voren en lijkt de boot een beetje scheef te duwen. De lijpoot krijgt wat extra spanning terwijl Margaretha aan loef op de dekrand staat. Uiteindelijk staan we kaarsrechtop en het water zakt verder weg. We zien de vogels keurig de wegtrekkende waterlijn volgen om te fourageren. Het blijft een magische ervaring om een plek waar je varend naar toe gaat, overal water om je heen, te zien veranderen in een plek waar je met de boot op het zand staat, weids om je heen alle water verdwenen. 

Jur loopt het anker uit naar de vertrekrichting

Onze droogvalplek onder de Richel. We zijn niet de enige.

Om 15.00 kunnen we naar de Richel lopen tot aan de bordjes “Kwetsbaar gebied, verboden toegang”.  

Hierachter rusten de vogels

Margaretha vindt altijd schelpjes, deze zijn heel bijzonder

Om 21.00-21.30 verwachten we weer te drijven, als we op de plek blijven raken we rond 01.00 de grond weer. Dilemma: blijven we om 21.30 op de plek,om opnieuw droog te vallen of zoeken we een plek met voldoende diepte om te ankeren en morgen bijtijds richting Kornwerderzand te gaan. De wind lijkt inmiddels wat meer dan voorspeld, 15kn af en toe. Op de grond sta je stil en kun je een paar uur echt slapen, voor anker lig je de hele nacht te schommelen. Eerst maar eens drijven en dan verder zien. Om 19.30 staan we alweer met de kiel in het water, alle water komt weer terug! Ook magisch.








vrijdag 29 juli 2022

Terschelling

 Vrijdag 29 juli 2022

Vertrek 5.45. Aankomst 11.30. 25nM

Zo stilletjes mogelijk knopen we voor en achter los en met minimaal motorgebruik varen we om 05.45 weg uit onze box in Jachthaven Ameland. In de luwte van de veerboot gaat het grootzeil omhoog, in het molengat de fok en de kluiver er bij. Motor uit.  Achterom kijkend zien we het silhouet van de veersteiger en jachthaven tegen de opkomende zon, een prachtige beloning voor het vroege opstaan. 

Zonsopkomst Ameland

Veersteiger en jachthaven bij het begin van de dag



Het is de vraag of we de motor kunnen missen tot aan de Blauwe Balg want LW Nes is 05.28 en we gaan flink stroom tegen krijgen. De wind is NO ca 12 knopen. Het eerste stukje lijkt het of we nog een restantje ebstroom mee hebben maar even later gaat hij zoals verwacht duidelijk tegen lopen. De wind neemt ook toe, eerst in vlagen en daarna eigenlijk continue 15-20kn. Meer dan de voorspelde 12 maar het komt ons goed uit. We doen 5-5,5kn door het water en als we in het Borndiep komen blijft daar nog een 3-3,5kn over de grond van over. Niet snel, maar genoeg, we hebben geen haast en volgens QuickTide kunnen we pas om 7.10 over het wantij in de Blauwe Balg. We blijken heel die motor niet nodig te hebben, gelukkig, het is per slot een zeilschip. Wat een uniek en zalig gevoel om 2 knopen stroom gewoon weg te kunnen zeilen en toch voldoende voortgang te maken. Zo draaien we om 8.15 de Blauwe Balg in. De wind gaat nu af en toe ook richting 25kn dus de kluiver gaat weg. Desondanks doen we soms ruim 7kn over de grond, nu hebben we stroom mee, dat mag duidelijk zijn. De geplande route snijdt vanaf de Blauwe Balg naar de Oosterom een hoek af. Op de heenweg hebben we dat ook gedaan (van Albert geleerd, vorig jaar) maar nu zitten we vroeger in het tij en ik weet niet met 100% zekerheid of er dan ook genoeg water staat. Met 20-25kn wind in de rug aan de grond lopen lijkt geen goed idee, de betonde geul is wel ietsje om maar geheel bezeild dus we kiezen voor de zekerheid van diep genoeg water. De wind is vrijwel recht van achter en de geul slingert een beetje en op enig moment is een gijp onvermijdelijk. Het was geen slecht idee geweest om vóór het wantij een rif te steken maar ja, nu gaat dat lastig op deze koers. Net als we moeten gijpen zet de wind nog een beetje door, we halen de grootschoot helemaal in, het zeil over en …. knal….. de sluiting waarmee de grootschoot aan het oog op de kuipvloer vastzit knalt uit elkaar.

Kapotte sluiting na gijp met te veel wind

 Getver. We hebben de enkele schoot nog in de hand, beide blokken zitten nu tegen de giek aan. Snel een eindje touw gezocht, er ligt altijd een stukje landvast in de ankerbak, die schoot naar binnen getrokken, onderste blok gepakt, schoot door de blokken vieren en nu kan het onderste blok met het touw weer aan het grondoog gebonden. Pfffff,  alles weer onder controle. Les geleerd: met harde wind nooit met vol tuig het wantij op, zolang er nog ruimte is eerst een rifje steken. 

Om 9.20 zijn we de O50, het wantij voorbij. Een uur na begin passeervenster, dus een uur geleden moest er al 1m water staan, tot mijn verbazing zie ik de dieptemeter teruglopen tot 90cm. Een uur geleden waren we hier gruwelijk aan de grond gelopen! 

Tussen de O26 en de O24 is altijd een lastig stukje. Er ligt nog een scheidingston O15NB12. Alle drie deze tonnen liggen vrij ver uit elkaar en de O24 ligt verstopt in een visstakenveld. Gelukkig staat er een duidelijke lijn in de plotter die de weg wijst.

Tegen 11en lopen we de havenmond in en worden enthousiast toegezwaaid door Joost en Gonnie van de Jan van Gent die juist Terschelling verlaten (op weg naar Vlieland om droog te vallen onder de Richel). 11.30 knopen we vast als 3e in de rij in het kleine boten vak in Jachthaven Terschelling. Vanaf de NB24 Yovel worden we al toegezwaaid door Erik. Welkom op Terschelling.

Parel bij het binnenlopen van Terschelling. Met dank aan Joost en Gonnie van de Jan van Gent


Tijd voor lunch en daarna een paar boodschapjes in het dorp, o.a. Stalen schuursponsjes. Jur gaat met zo’n sponsje daarna de aangroei op het roer te lijf. Ondanks de schoonmaak op Laesø en Grena is er al weer een gruwelijk grasveld gegroeid onder de boot. Met de scherpte van de stalen sponsjes en de kracht van een Jur is het snel gedaan met die aangroei.


Een feestdag

 Donderdag 28 juli 2022

Marijn jarig, 49 lentes jong. Om 8.30 telefonisch toegezongen en beloofd dat we vandaag zijn verjaardag met koffie, gebak en uit eten zullen vieren. 

De fietsjes gaan op de wal. Dan kan er gelijk wat voorraad uit “de kelder” gehaald. We maken een mooie fietstocht langs de dijk naar de Westpunt van Ameland, genieten in Hollum van de beloofde  koffie met gebak en fietsen door naar Ballum.


Standbeeld van de dijkwachters langs de Waddendijk

 Daar wordt ons doorgang via de openbare weg versperd door een Oude Ambachten Markt en we mogen alleen verder (zonder fiets) als we €4,50 p.p. ophoesten. Anders omkeren en zoek maar een andere  weg. We betalen het tolgeld, bezichtigen de markt en mogen dan met fiets er langs als we een plechtige eed zweren dat we de eerste weg rechts het dorp weer verlaten. Een Oude Ambachten Markt is leuk maar op deze manier raakt het gevoel van gastvrijheid toch een beetje in de kiem gesmoord.

We laten ons plezier niet verzuren en genieten die avond met volle teugen van een meer dan uitstekende mosselmaaltijd in het havenrestaurant. Aanrader.

Ameland, de plek waar Jur zich thuisvoelt



woensdag 27 juli 2022

Donkere wolken op het Wierumerwad

 Woensdag 27 juli 2022

Lauwersoog Ameland. 18nM

Iets voor half zeven gooien we los. Op het Wad dicteert het getij op welke tijd je over het wantij kunt, bovendien als je in deze vakantietijd een plekje in een Waddenhaven wil moet je er vroeg bij zijn. Mocht er geen plek zijn in de haven van Ameland dan gaan we daar voor anker of vallen droog en proberen dan morgenochtend een plekje te krijgen. Omdat je als je droogvalt niet bij het drinkwater kunt (het klinkt bijna logisch) willen we in Lauwersoog nog even water innemen. Nu heeft de hele jachthaven één waterpunt op de buitensteiger en daar is een groot zeiljacht gaan liggen. We parkeren er zo kort mogelijk voor maar de slang is te kort. Door Parel nog wat verder naar achter te trekken, de windvaan zit nu om de preeksteel van het zeiljacht gevouwen, winnen we net de ontbrekende 10cm en kan de kraan open. Ik vind dat ik die mijnheer op het ongemak van de situatie mag wijzen dus terwijl Margaretha de tank vult klop ik een paar keer stevig op het kajuitdak en even later komt er een slaperig ogende mijnheer in het luik. Ik probeer hem vriendelijk uit te leggen dat hij hier niet liggen moet. De boodschap komt duidelijk over maar het vriendelijke mislukt helaas een beetje. 

Met volle tank en gelucht gemoed varen we de Zoutkamperlaag in. De stroom staat 1,5 knoop tegen en de 15kn wind bijna recht van voren, het is niet anders. Met de fok helemaal strak getrokken maken we net een knoopje meer snelheid en zo bereiken we om 8 uur de scheidingston van de Paesensrede. De motor kan uit, grootzeil bij en nu maar de staakjes volgen. De kaart in de plotter is een 7 jaar oud, voor Wadse begrippen is dat prehistorisch maar er staan 2 tracks op het scherm van vorige passages. Één van vorig jaar en één van een maand geleden. Die wijzen redelijk betrouwbaar de weg.

Donkere wolken boven de Engelsmanplaat, 
wat gaan wij daar van ondervinden?

 Als we net op het Wierumerwad varen zien we boven de Engelsmanplaat een pikzwarte lucht hangen. Als even later de wind plotseling inzakt moeten we kiezen, kluiver er bij of motor bij om voldoende voortgang te houden. Gezien de zwarte wolken kiezen we voor de motor. Een kwartier later neemt de wind toe tot 25 knopen en weten we dat we goed gekozen hebben. Gelukkig is dit stuk van het wantij bezeild en vliegen we er met dik 6 knopen overheen. Een half uurtje later hebben we weer normale windsterktes van 10-15kn. We komen heel wat andere zeilboten tegen en dat is een goed teken, wat ons tegemoet komt kan haast niet anders dan van Ameland komen, dus waar zij weg zijn is plek voor ons. Bij het Pinkewad hebben we op de heenreis een stuk afgesneden en dat doen we nu weer, de track staat op de plotter.

Nu zien we echt een hele armada boten ons tegemoet komen, allemaal van Ameland, die haven moet bijna leeg zijn zou je denken.

Even na 11 uur varen we de haven van Ameland binnen en een vriendelijke jonge dame in de havenmeesterboot wijst ons een lege box aan. Hoe luxe wil je het hebben, we boeken gelijk voor 2 dagen.

Parel in de Zuiderspruit

Windhondt in de Zuiderspruit


In Lauwersoog kwam gister een Westerly Centaur, de Windhondt, met 2 dames naast ons liggen. Ook zij gingen vandaag naar Ameland, vertrokken vrijwel gelijk met ons en we bleven de hele reis in het zicht van elkaar. In de Zuiderspruit werd wederzijds gefotografeerd, op Ameland de foto’s uitgewisseld.

dinsdag 26 juli 2022

Het lichtjes doolhof boven Borkum

 Zondag 24 juli en maandag 25 juli

Cuxhaven naar Lauwersoog, 115nM.

Tocht voorbereiding is een belangrijk onderdeel van het zeilersleven, althans als je een tocht van langer dan een halve dag wilt maken. Één weerbericht is géén weerbericht dus we checken gribfiles van Weather Track en Igrib. Daarnaast de algemene weerberichten van Weerplaze en Buienradar. Alle weerberichten gaan in principe uit van dezelfde basisgegevens maar mede afhankelijk van de beoogde doelgroep worden bijvoorbeeld voor de windsterkte, maximale waardes, gemiddelde waardes of minimaal te verwachten waardes gepresenteerd. Ook de modellen waarin die gegevens verwerkt worden kunnen verschillen wat ook weer een andere prognose oplevert. Er zijn ook programmaatjes waarin je meerdere modellen naast elkaar kunt bekijken maar dan raakt een simpele ziel als ik de weg volledig kwijt. Over het algemeen kun je stellen dat hoe meer de verschillende berichten het met elkaar eens zijn hoe betrouwbaarder de prognose, hoe constanter het weerbeeld over een paar dagen hoe betrouwbaarder de langere termijn voorspelling.

Als voorbereiding maak ik een route in Navionics op de tablet. Geeft inzicht in waar je langs moet, afstanden, vaarrichtingen en uitwijk mogelijkheden. De weersvoorspellingen zijn het redelijk eens dat we voor zondag en maandag wind tussen de 10-15 kn kunnen verwachten, eerst zuidoost, later draaiend zuid en op maandagmiddag draaiend naar west en dan wordt het 20 knopen.

In Cuxhaven gaat de ebstroom lopen om 11.45, dus we plannen vertrek om 10.45. Een uurtje kentering en dan stroom mee.

Bij Schiermonnikoog gaat maandag de vloed in het Westgat lopen om ca. 13.00, dan willen we op zijn laatst bij de aanloopton van het Westgat zijn om met de vloedstroom mee naar binnen te gaan, eventuele hardere westelijke wind is dan alleen nog in ons voordeel.

Vervolgens maak ik (voor deze tocht) een lijst van uur tot uur waarin ik de windverwachting zet, probeer in te schatten hoever je van uur tot uur kan komen, waar je dan bent. Met de gemaakte inschattingen lijkt het mogelijk om rond 13.00 bij het Westgat te zijn, ik heb nu een lijst waar van uur tot uur op staat hoeveel afstand we op dat uur afgelegd moeten hebben. Lopen we achter dan moet de motor bij, lopen we voor dan kunnen we rustig aan doen. Overigens zien we van te voren al dat er momenten met heel weinig wind zullen zijn waar zowiezo gemotord moet worden.

En als we het niet halen, wat dan? Uitwijkmogelijkheden onderweg zijn Norderney, kan bij daglicht aangelopen worden en Borkum/Burkana, kan ook bij nacht aangelopen worden. Met name als de harde Westenwind te vroeg komt wordt Borkum een “vluchthaven”.


Voor ons gevoel goed voorbereid gooien we om 10.30, zoals vooraf gepland wordt het zeil gehesen tussen box en uitgang haven, in de voorhaven de stootwillen en landvasten opgeruimd en dan de Elbe op. Heel wat rustiger en ontspannener als gister de haven in. 

Er loopt nog geen stroom, de wind is een knoop of 8 van achter dus we houden nog even de motor bij. Netjes, maar bij veel Nederlandse zeilers ongebruikelijk, hangen we de kegel in het achterstag ten teken dat we behalve zeil, ook de motor bij hebben. Dat is van invloed op onze rechten en plichten volgens het BPR.

Als een uurtje later de wind toeneemt kunnen de motor uit en de kegel weg. We zijn bepaald niet de enigen die dit weergaatje willen gebruiken. Op de steiger sprak ik al enkele Nederlanders die gingen en nu zien we voor ons uit een armada aan zeilschepen de Elbe uitgaan. Niet alle zeilboten blijken te beseffen dat je als plezierjachtje niet midden op de Elbe moet varen. Een “grote jongen” legt dat mbv een  toetersignaal duidelijk uit. Wij houden netjes de buitenzijde van de groene tonnenrij aan.

Wind, zon en een kalm zeetje, hoe mooi kan het zeilersleven zijn

Een armada zeilbootjes gaat ons voor op de Elbe


Het zonnetje schijnt, glinstert in de bescheiden golven en rimpelingen in het water, ons scheepje snijdt soepel en prachtig door het water, de koffie is nog vers ……. het zeilersleven kan mooi zijn. Zo wil je wel de wereld rond en is een oversteek van 2 dagen louter ontspanning en genieten. Later op de dag worden we er aan herinnerd dat het zeilersleven ook andere gevoelservaringen kent.

In de middag neemt de wind af onder de 8kn en op bewegend water zakt de snelheid dan onder de 2-3kn, dan wordt het een oversteek van een week, dus de motor gaat bij om de snelheid op minimaal 4 kn te houden. Voorlopig hebben we de stroom van 1-1,5 kn mee en dat helpt. De ebstroom loopt op dit stuk ca. 5 uur, de vloedstroom die we tegen hebben loopt 8 uur. Zo komen we de middag door met een zonnetje, matige wind, soms alleen zeil maar vaker toch de motor zachtjes bij. En eigenlijk, zo op het water onderweg zijn daar geniet ik van, ook als die motor een beetje moet helpen, het mooiste blijft natuurlijk als het met alleen zeil lukt.




Tijdens het passeren van het ankergebied wordt het diner geserveerd. Margaretha geniet van een overheerlijke GoodNoodle


Tegen 18.00 passeren we een ankergebied boven Wangeroog, soms staat er bemanning aan dek en die zwaaien vriendelijk terug. Geen idee wat voor gedachten die mannen, vaak Filipijnen, daarbij hebben. Begin van de avond komt er aanzienlijk meer beweging in het water, de wind komt van alle kanten, de windex in de top van de mast draait af en toe rondjes, de voortgang moet vooral van de diesel komen. We realiseren ons dat we aanzienlijk meer motoren dan op de oversteek van Sylt naar Thyboron. Dat kost een hoop diesel, hoeveel precies? We hebben in Rendsburg de tank volgegooid maar sindsdien op het NOK en naar Cuxhaven toch ook wel een 8 uur gemotord. Hebben we wel genoeg diesel om de rest van de route te motoren? Als dat nodig is? Jur duikt in de bilge om de actuele voorraad te peilen. Nog 21 liter, plus 10 in de jerrycan. Die 20 liter is geen zekerheid om indien nodig tot Lauwersoog te kunnen motoren, als je de tank leegvaart tot de motor stopt moet je ontluchten, geen pretje op zee, dus Jur duikt in de bakskist om de reserve jerrycan uit te graven. Want: wij gebruiken de bakskist heel efficiënt, die zit heel vol en dingen die je zelden nodig hebt zoals reservediesel die zitten onderin. Al varend leegt Jur de jerrycan in de tank en ruimt daarna alles weer netjes op in de bakskist.

Nu is het een ijzeren wet dat als je zeeziektegevoelig bent je niet op een bewegend schip met je kop in bilges en bakskisten moet duiken maar dat je moet sturen en naar de horizon moet kijken. En die wet blijkt alweer te kloppen. Met het zweet op mijn rug, voel ik de beroerdigheid opkomen en zeg tegen Margaretha dat ik even alleen nog stuur want beroerd. Twee Primatourtjes moeten deze therapie ondersteunen, en door pillen en liefdevolle zorg van Margaretha verdwijnt langzaamaan de beroerdigheid. Ook het dieet wordt aangepast, geen koffie en brood met worst maar gemberthee en droge kaakjes. Leuk hoor, dat zeilen, maar ja, dat hoort er voor mij gewoon bij en je moet keuzes maken. En mijn keus is dat af en toe die beroerdigheid niet opweegt tegen alle plezier in het zeilen. Bovendien, Margaretha is nooit zeeziek dus die kan het schip uitstekend gaande houden als ik effe wat minder ben.

Zonsondergang


Zo gaan we de nacht in, en verandert de navigatie aanzienlijk. De plotter geeft een kleurarm nachtscherm, wat lastiger te interpreteren is. Gewoon de koerslijn blijven volgen is geen probleem. Margaretha oefent in het herkennen van alle lichten. Dat schip daar toont een rood licht, dus vaart een kruisende koers met ons, even kijken op de AIS wat de passeerafstand is. Dat klopt dan meestal wel, alleen bij vissers en surveyors klopt het nooit. Ook deze onderzoeksboot vaart een eindje de ene kant op, dan weer een stukje de andere kant etc. We hebben een wachtsysteem met 3 uur op en 3 uur af. Zeker snachts moet je af en toe een uurtje slaap pakken.

Als Jur slaapt kan Margaretha nog een eind zeilen met de kluiver bij en motor uit.

Rond middernacht komen we in de buurt van Borkum, er is geen maan, veel bewolking en het is stikdonker. Tussen Borkum en het windmolen park zien we een rij witte lichten. Een enkel,wit licht knippert en is te duiden als een kardinaal, maar ik tel meer dan 20 vaste witte lichten waarvan ik geen idee heb wat dat zou kunnen zijn. Noord van ons een windmolenpark met een orgie van knipperende en vaste witte en rode lampjes, Borkum is te herkennen zuid van ons met tussen Borkum en ons gronden waar je weg moet blijven. Na Borkum kruis je de Eems, met alle invaart en uitvaart die daarbij hoort, en heb je op die kruising een veelheid aan rode knipper, groene knipper en witte knipperlichten. Ik denk zo’n beetje de grootste tondichtheid per vierkante km op de Noordzee. En dan daarbij al die vaste niet identificeerbare witte lichten. Afstand schatten tot zo’n licht is erg lastig maar ineens zie ik dichtbij 2 stellen van enkele vaste witte lichten, ik schijn met de Maclite maar dat levert niks op. Als ik gepasseerd ben zie ik de lichten verdwijnen. Vermoedelijk sportvissers met “werklicht” en geen zichtbare navigatie verlichting. Vissers, dat kan natuurlijk, veel vast wit licht waardoor navigatieverlichting niet meer terug te vinden is. 

Margaretha gaat te kooi en ik houd de wacht. De motor staat bij en de koers is goed bezeild met fok en grootzeil bij. Dan ineens neemt de wind toe en begint te draaien, draait door tot West, recht tegen. Dat is balen. Hier in deze onduidelijke donkere situatie is geen pretje, de rest van de weg tegen een harde westenwind in motoren eigenlijk geen optie. In mijn eentje in het donker ga ik ook dat grootzeil niet strijken, ik besluit dan maar te gaan kruisen, motor bij voor de hoogte en korte slagen niet te ver van de koerslijn af om niet in de knoop te komen met windmolen park en gronden van Borkum. Margaretha is aan dek gekomen en we halen de kluiver weg. Zo gaan we verder, kruisend. Als die wind zo blijft gaan we over een paar mijl naar het zuiden, de Eems op en naar De Burkana haven op Borkum, de route zit al in de plotter. Maar de wind neemt weer af, draait een beetje zodat de mogelijke vaarrichting steeds dichter bij de koerslijn komt en we besluiten door te gaan voor Lauwersoog. 

De gele lijn is onze track boven Borkum. Duidelijk te zien de slingertjes waar we even een paar kleine slagen moesten kruisen. Ook vandaar vooruit kijkend het aantal boeien, allemaal met rood, groen of wit licht, wat je in het donker ziet. Zonder goed afstanden te kunnen zien.


Voorbij de Eems begint het weer iets licht te worden. Veel vaste witte lichten blijken inderdaad vissersboten te zijn op heel verschillende afstand maar in het donker leek het net of ze op een rijtje voor Borkum lagen. Alles onzekerheden lijken te verdwijnen, de rust keert terug en genietend van de dageraad op zee vervolgen we onze route, motor bij en de koers met fok en grootzeil is zo net bezeild.

Dageraad boven Rottum


Ik check nog een keer de dieselvoorraad en die lijkt ruim voldoende voor Lauwersoog. In de ochtend snijden we een bochtje af over de Plaatgronden.

Als we het Westgat indraaien neemt de wind toe draait ook naar het westen. Na een paar bochten in de geul is het verder bezeild en met 15-20kn wind zeilen we met gemak de 1 kn tegenstroom er uit. De laatste 10 mijl kan de motor uit en is het prachtig aan de wind zeilen met fok en grootzeil. Het laatste stukje naar Lauwersoog zelfs ruim bezeild.

Zeer tevreden knopen we rond 13.00 Parel vast in een box in Lauwersoog. Opruimen en dan een gebakken visje in het havenrestaurant, daarna te kooi en oogjes toe.

Gevaren route van Cuxhaven naar Lauwersoog



zaterdag 23 juli 2022

Zeehonden in Cuxhaven

 Zaterdag 23 juli 2022

Om 5 uur worden we wakker, en om 5.30 gooien we los en verlaten ons mooie plekje in het Gieselau kanaal. Ondanks dat je daar bijna 1km van het (NOK) kanaal vandaan ligt merk je toch de zuiging als er door het kanaal een groot schip passeert. Gisteravond begon op enig moment de boot langs de steiger te schuiven, zakt een halve meter omlaag schuift weer terug. Als je met korte lijnen vastgemaakt hebt dan heb je flinke schade.

Het kanaal is om 6 uur in de ochtend nog erg verlaten. Voor ons gaan 2 grote schepen, die een eind verderop voor 3 rode lichten moeten wachten. Tegen de tijd dat wij er zijn is de grote tegenligger gepasseerd en mogen we ongehinderd verder. Het is frisjes op het water, dus het hele zeilpak aan.

Om 9.30 komen we bij de sluis van Brünsbüttel aan, een uur te vroeg voor het uitgaande tij, van een afstand zien we jachten invaren maar vlak voor onze neus gaan de deur dicht. Aan de ene kant altijd jammer, aan de andere kant kunnen we beter aan deze kant van de sluis een uurtje wachten op de kentering van het tij dan aan de andere kant. We hadden per slot een uur gerekend als wachttijd voor de sluis.

Met de volgende schutting omstreeks 10.30 gaan we met nog 4 jachten de sluis in. Sluis varen blijft een boeiende bezigheid waarbij het als schipper geen kwaad kan je te verdiepen in de theorie van in en uitvaren, aanleggen en afvaren. De schipper voor ons geeft een duidelijk voorbeeld. Hij ligt als voorste boot, wij liggen er een 10m achter. De deuren gaan open en zijn hele bemanning, een vrouw en 3 dochters, wacht gespannen af. Één van de dames loopt met een camera rond om alles op film vast te leggen. Één doet het voorlandvast, één het achter landvast. Als er verder geen duidelijke aanwijzingen van buiten volgen, zoals lichten die op groen springen kijkt de schipper onzeker om zich heen, wat doen de andere schepen? Als aan de stuurboordzijde van de sluis de schepen losgooien om uit te varen besluit onze voorligger dat dan ook maar te doen. “Los” of zoiets is zijn commando, en de dames beginnen de landvasten los te gooien en binnen te halen. De achterlandvast dame is daar sneller in dan de voorlandvastdame met als gevolg dat als achter al los is, voor nog stevig trekt om de lijn door de ring op de wal te halen. Gevolg, de boeg wordt tegen de wal aangetrokken, lage wal, en de kont gaat richting midden van de sluis. Als alles los is ligt ie met de boeg tegen de wal en de kont er ver vandaan, door de wind begint de boot naar ons toe te schuiven. Hij lost het keurig op. Geeft flink gas in achteruit, vaart achteruit terug de sluis in, als er ruimte is vooruit en stuurt keurig vrij van ons. Van andermans fouten kun je leren, dus maakt Margarethe eerst de voorlijn los, dan trek ik met de achterlijn de kont naar de kant en daarmee de boeg in de gewenste vaarrichting, los, gas en gaan. 

Zodra de deuren open gingen begon het water in de sluis al te golven, buiten nog veel meer. We hebben stroom mee maar de wind bijna recht tegen. 15 mijl naar Cuxhaven over de Elbe met stroom mee en wind recht tegen. Aanvankelijk weinig stroom en 10kn wind, een uurtje later 2 knopen stroom mee en af en toe 20+kn tegen. We zetten de fok bij en sturen een net bezeilde koers. Ons scheepje ligt dan veel prettiger, beweegt soepeler en krijgt ook meer snelheid. Wel gaan we dan niet recht op ons doel af, moeten af en toe overstag, maken meer mijlen maar, in vergelijking tot de schepen die wel precies de geul volgen zonder zeil bij, schieten we beter op. Voor alleen op zeil kruisen, over dit hobbelige water zijn de golven te hoog. Bij iedere golf lig je bijna stil. Kost veel tijd en is misschien leuk als je 20 bent maar die tijd hebben we net achter ons.

De Elbe is berucht om de wind tegen stroom situaties en we kunnen dat alleen maar be-amen. Een hobbelpaard is er niks bij en af en toe een flinke plens buiswater over. Maar ook: wat doet dat scheepje het prachtig en we komen er wel. We proberen een klein stukje zonder fok maar dat is helemaal niks, dus fok weer bij en kruisen. 

De aanloop van de haven is nog een dingetje apart, de ingang is smal en als wij daar ongeveer zijn stroomt het water er met een ruime 3 knopen voor langs. Als je bij de haveningang nog te ver uit de wal bent schiet je er langs en kom je niet zo makkelijk tegen die stroom in weer terug. De richting waarin de boot wijst is beslist niet de richting waarin je over de grond beweegt vanwege de stroom. Op de plotter kan ik gelukkig precies de beweegrichting over de grond zien en die probeer ik precies op de haveningang gericht te houden. Een 50 meter voor de ingang zijn we dicht bij de wal, Margaretha trekt razendsnel de fok weg en met een paar meter ruimte aan de bovenstroomse kant schuiven we op volle snelheid door de ingang naar binnen. Dan kan het gas er af en kunnen de zenuwen weer even ontspannen. In de rust van de haven hangt Margaretha de stootwillen buiten en legt de landvasten klaar en om 14.15 maken we vast in een box. Koffie met een boterham, pffffff, zeilen is altijd anders en blijft spannend. Leuk.

Parel achter anker in Cuxhaven


In de haven zwemmen 2 zeehonden rond, één ligt al uit te rusten en te zonnen op de jollensteiger, de 2e komt er even later bijliggen. 

Één zeehondje op de jollensteiger, gezellig samen met een eend. Zijn vriendje komt er al aanzwemmen


En nu gezellig met zijn 2en op de steiger.


Na een voortreffelijk diner in het havenrestaurant gaan we de tocht van morgen voorbereiden. We willen met het afgaande tij om 11.00 uur vertrekken, de Elbe uit en dan in één keer door naar Lauwersoog. Vanaf 13.00 loopt het tij bij Schiermonnikoog naar binnen, daar mikken we op. Zondag en maandag is de wind niet te hard, en wisselend oostelijk en zuidelijk. Een gunstig weergaatje. Maandagmiddag draait ie voorlopig weer naar stevig west. Dan hopen wij inmiddels in Lauwersoog te zijn. 

dinsdag 19 juli 2022

Weerzien met Windroos

 Maandag 18 juli, Dinsdag 19 juli 2022

Na whatsapp overleg met Windroos besluiten we die gasfles maar even te laten zitten en direct om 08.00 te vertrekken naar Lyø. Kleine havens, vakantiedrukte, weinig plek, beter niet te laat aankomen. De Svendborgsund is druk, smal en recht tegen de wind in dus moet er even gemotord worden. Op enig moment ziet Jur vanuit de ooghoek een eind verderop het water opspatten, dat is geen vogel, wat dan wel. Even later springt er bijna dezelfde plek een dolfijn uit het water, recht omhoog, en met een grote plons weer terug. Margaretha pakt direct de telefoon en na nog een keer of drie springen heeft ze plaatje vastliggen. Wat een fantastisch gezicht, zoiets maakt je dag helemaal goed. Intussen is een veerboot erg dichtbij gekomen en vlak er voor springt die dolfijn nog op. 

Dolfijn springt nog net voor de veerboot uit het water


Als we de Sund uit zijn gaat het zeil bij. Zo komen we tegen 12.00 aan bij Lyø. Het is al aardig vol, we varen de haven in, zoeken in de 1e kom: vol, we gaan naar de 2e kom. En ineens vaart er nog een North Beach achter ons, Windroos. Die komen aan van hun tocht vanaf Bagø. Ook hier zijn alle boxen vol maar op de kopse kant is nog wel plek. Als we daar willen gaan liggen gebaart de motorboot in de box die we blokkeren dat ie nog weg wil. Een half uurtje later ligt Parel in die box en Windroos er achter, ook half in de box.

Daarna is het tranentrekkend begroeten en de hereniging vieren met een steigerbiertje. 

Weerzien op de steiger van Lyø

Voor ons onverwacht maar hier kennelijk gebruikelijk wordt er ook achter de boxen langs de palen afgemeerd. Via Windroos gaan ze aan wal


Voor ons onverwacht maar hier kennelijk gebruikelijk wordt er ook achter de boxen langs de palen afgemeerd en gestapeld. Omdat Windroos half uit de box steekt gaan ze dan via het zwemplatform, via Windroos naar de wal. Een 34 voeter en een 40 voeter met in totaal 9 man aan boord. Verrassing!


S-middags een wandeling over het eiland, dat ongeveer 3,5x3,5 km groot is. 

Kerkje op Lyø


Vanaf het eiland zie je de schepen en de vaste wal van Funen



Zonsondergang. Veel boten voor anker omdat het haventje bomvol is


Omdat wij een lege gasfles hebben worden we bij Windroos uitgenodigd voor het avondeten.

Dinsdag is er weinig wind en blijven we een dagje liggen. Sinds Helgoland hebben we 510km gevaren met een daggemiddelde van 22,2nM, tijd voor een rustdag. Dinsdagochtend vertrekken enkele boten en vind de grote herindeling plaats. Parel en Windroos liggen nu gezusterlijk naast elkaar in één box.

Na de ochtend reshuffle liggen Parel en Windroos samen in één box

 

Vandaag kookt Margaretha voor 2 schepen, met de reservegasfles.

zondag 17 juli 2022

Svendborg

 Zondag 17 juli 2022

Nyborg naar Svendborg, 25 nM, 10.00-15.00

Op ons gemak een zondagochtend ontbijtje. De windvoorspelling is W 15-20kn. 

Om 10.00 gooien we los keren de boeg richting Svendborg. De wind blijkt nogal veranderlijk, zakt in naar 12kn en minder, kluiver bij om enige vaart te houden, neemt wat later toe tot vlagen 23kn, kluiver er maar weer af.

De koers is tot ruim voorbij Lunenborg ruim bezeild en vlak onder de hoge wal met wel wind maar geen golven, maar dan moeten we westelijker en houdt de hoge wal op. Nu hoog aan de wind met eerst 12 maar even later ruim 20kn en ook wat meer golven. Dat levert gespetter op en kost comfort, dus we trekken er een rif in. We moeten een geul in richting Svendborg waarvan de richting varieert van W tot N, de motor gaat bij en brengt ons de laatste 4 mijl naar Svendborg. Om 15.00 meren we af in een box, mooi met de kop in de wind. 

Naast ons een echtpaar in een prachtige klassieke zeilboot (Spidsgatter), bouwjaar boot 1943, bouwjaar eigenaar 2 jaar later. 

De “Spidsgadder” van onze buren, een Aage Utzon ontwerp

Ze zijn dit weekend met de boot naar een festival voor klassieke zeilschepen in Marstal geweest. Naval architect van de boot: Aage Utzon, diens zoon Jørn Utzon was ook architect en ontwierp de opera van Sidney en enkele bijzondere huizen in Aalborg.

Een mooi, spannend en soms heftig stuk zeilen. Wel voor het eerst sinds dagen niet boven de 25kn wind gezien, wel veel meer andere schepen op,het water. (Kan ook komen omdat het zondag is. Overigens wel veel Duitse vlaggen en die varen van thuis niet op één zondag naar dit vaarwater)

Morgen even Svendborg in op zoek naar een nieuwe campingaz fles, halverwege het koken vanavond gingen beide vlammetjes uit. Wel een reserve aan boord natuurlijk, een North Beach heeft een gasbun met 2 flessen.

DE ijswinkel

 Zaterdag 16 juli 2022

Kerteminde naar Nyborg 17nM, 13.00-16.45

S-morgens is er nog veel wind, s-middags iets minder. We gaan eerst nog even boodschapjes doen in Kerteminde. Er is een Brugsen vlakbij de haven. 

“Høkeren”, de venter, een soort marskramer met geweldig mooi “oud” spul

Straatje in Kerteminde

Daarna nog even een rondje door het stadje. Niet geheel toevallig komen we uiteindelijk uit bij de Vaffelhuset, de beste ijswinkel die ik op het westelijk halfrond ooit gevonden heb. (Zegt misschien meer over mijn reiservaringen dan over de ijswinkel) Wij zijn de eerste klanten van vandaag, in de winkel staat een wafelbak machine, ze gooien er balletjes deeg in er er komen wafels uit die dan, warm, nog tot horentje gevouwen worden. (Hebben we bij een vorig bezoek gezien, nu is de bakmachine nog niet opgestart en heeft hij nog wafels van gister. Margaretha bestelt 2 bolletjes, een pistache en jordbäre öko. Die man begint te scheppen en Margaretha denkt, hij heeft het verkeerd verstaan, hij doet 2 bolletjes pistache. Schept hij daarna nog zo’n bak ijs jordbäre öko er bovenop. Gigantisch. Wij denken bij de ijsboer bij “een bolletje” aan één keer scheppen. Hier is “een bolletje” gewoon drie keer scheppen. 

Mijn 2 bolletjes (bollen) worden aan de bovenzijde afgeplamuurd met een laagje room. Hij wil daar bovenop nog aarbeienjam doen maar dat weet ik te verhinderen. Je moet het ook nog op kunnen eten zonder dat het je schoenen in loopt. Ik heb uit zeer betrouwbare bron vernomen dat ze vanuit Odense, een 50km verderop, hier naar toe komen om een ijsje te eten.

Verse huisgebakken wafels, als je het ziet snap je het, als die Denen het uit gaan spreken ben je meteen de weg kwijt. Ze kunnen hun eigen taal niet eens netjes spreken die Denen

Vaffelhuset

“Vaffelhuset is” met de straat gespiegeld


Na culinaire klapstuk schepen we in en laten Kerteminde achter ons, maar we komen nog een keer terug. Voor het ijs.

Er waait nog steeds een 20+ kn wind, uit het NW-W. Dat schiet wel lekker op bij een zuidelijke koers. We passeren de brug van Nyborg, een 16km lang. Aan de Nyborgse kant is een bebakende doorgang van 18m hoog. Vandaar worden de doorgangen richting wal steeds lager. De meeste nog steeds hoog genoeg voor een North Beach met nog geen 11m hoogte. Maar ja, je wil geen risico, je wil zekerheid, dus we gaan voor de aangegeven doorgang. Daarvoor moeten we op het laatst nog een beetje bijsturen, en op het allerlaatst merk ik dat ik stevig opzij weggezet wordt door de stroom richting pilaar. Moet nog flink bijsturen om er niet opgezet te worden. 

Na de brug is al snel de Sund naar Nyborg, in principe halve wind maar vanwege de sterke stroom hoog aan de wind. In de Sund wordt alles weer rustiger en varen we relatief rustig naar Nyborg. Na het eten hebben we nog tijd om het stadje in te lopen. Hier staat het oudste kasteel van Denemarken, al in 1172 was hier een kasteel en hier is ook de constitutionele verklaring van het huidige Denemarken getekend. Honderden jaren was dit de residentie van het Deense koningshuis. 

Marktplein in Nyborg

De tour de France is door Nyborg gekomen, overal vind je de aankleding nog.